Troonrede benoemt terecht investeren in energie-infrastructuur

‘Een vliegende start met het Nationaal Groeifonds’, zo stond het in de Troonrede, op de bijzondere Prinsjesdag van dit jaar. 20 miljard is er beschikbaar om te investeren in kennisontwikkeling, innovatie en infrastructuur, waarbij de infrastructuur voor energie speciaal werd vermeld naast het spoor- en wegverkeer. Een belangrijk signaal, omdat daarmee duidelijk wordt dat het relatief ééndimensionale gas- en stroomnet van ons land revolutionair verandert.

placeholder

Veel werk, veel banen

De komende 10 jaar zullen de netbeheerders van ons land – zowel de regionale als de landelijke – miljarden investeren in uitbreiding, aanpassing en digitalisering van de netten.  Elektriciteit, duurzame gassen, maar ook waterstof en warmte vormen samen een gehele ander energiesysteem dan het klassieke vraag-gestuurde transportnet. 
Nederland gaat behoorlijk op de schop. Dat betekent veel werk op vele plaatsen in ons land, maar ook het ontwerpen van data-gestuurde systemen. Het betekent dat de netbeheerders de komende 10 jaar duizenden mensen nodig zullen hebben. Dat is goed voor Nederland, maar het vraagt ook om begrip voor het feit dat we niet gelijktijdig overal aan de gang kunnen gaan omdat er onvoldoende mensen beschikbaar zijn. Met speciale programma’s en opleidingen, proberen we overigens waar mogelijk mensen over te laten stappen die door de impact van Corona hun baan kwijt zijn.

Nu keuzes maken voor de lange termijn

Op dit moment worden in ons land de ontwerpen geschetst voor het energiesysteem van de toekomst. Op regionaal niveau, maar ook binnen sectoren, zoals de industrie en voor bepaalde toepassingen, zoals elektrisch vervoer. Het elektriciteitsnet, inclusief de verbindingen naar andere hybride vormen van energie, vormt de ruggengraat voor al deze plannen en wensen. De komende periode zullen we gezamenlijk de afwegingen moeten maken voor het totaal; de optelsom moet kloppen en uitvoerbaar zijn. Systeemefficiëntie en slimme locatiekeuzes voor zowel producenten als grote gebruikers van (duurzame) energie, zijn daarbij kernbegrippen. Een vorm van centrale regie om de diverse plannen goed samen te voegen, is volgens de netbeheerders onontbeerlijk. (Zie ook ‘Brede oproep om regie precies op tijd’

Netbeheerders voelen daarbij een behoorlijke tijdsdruk. Om in 2030 de juiste infrastructuur te hebben liggen, moeten we nú investeren. De doorlooptijd voor de bouw van energie-infrastructuur is lang, met name door de tijdrovende ruimtelijke procedures en vergunning-trajecten. Om die reden is het goed dat de minister van Economische Zaken in de Rijksbegroting aankondigt indien nodig verantwoordelijkheid te nemen: “Anderzijds zal het Rijk, indien dit nodig is voor de voortgang van de energietransitie, ook zijn eigen verantwoordelijkheid nemen in lijn met de Omgevingswet. In de Energiewet zal dit verder uitgewerkt worden.” 
Ondertussen kijken we ook verder vooruit, naar de periode na 2030, om een gezamenlijk beeld te kunnen vormen van het uiteindelijke energiesysteem. Leidraad daarbij zijn vier integrale scenario’s die Netbeheer Nederland samen met het ministerie van EZK heeft laten opstellen. 

Samen aan de slag

De netbeheerders bouwen graag samen met alle maatschappelijke partners actief verder aan het nieuwe, duurzame energiesysteem. Daarmee hopen we – in de lijn van de Troonrede – bij te dragen aan een schoner en duurzamer Nederland.