Een van de duurzame alternatieven voor aardgas is groen gas, dat wordt gemaakt van biogas. Uit onder meer slib, afval van stortplaatsen en GFT-afval kan biogas worden geproduceerd. Dit ‘ruwe’ gas wordt opgewerkt tot groen gas en heeft dan dezelfde kwaliteit en eigenschappen als aardgas. Daardoor kan het ingevoed worden in het normale gasnet en is het beschikbaar voor iedereen die een gasaansluiting heeft of voor bijvoorbeeld rijden op groen gas.
Omdat groen gas dezelfde eigenschappen heeft als aardgas, hoeven apparaten niet aangepast te worden. Een aantal autofabrikanten levert inmiddels af-fabriek voertuigen die op groen gas rijden.
Milieuvoordelen
Biogas heeft een steeds groter aandeel in de Nederlandse gasvoorziening. Biogas komt uit bijvoorbeeld vergistingsinstallaties en afvalstortplaatsen. Relatief nieuw is de variant waarbij biogas in een speciaal daarvoor bestemde leiding wordt gebracht. Het biogas kan direct worden afgenomen door grote industrieën. Opwerking op een centrale locatie tot groen gas van aardgaskwaliteit is ook mogelijk. Vervolgens vindt dan invoeding van het groen gas plaats in het landelijke of regionale gasnet.
Groen gas is duurzaam. Het komt uit een onuitputtelijke bron en raakt dus nooit op. Bovendien veroorzaakt groen gas - in tegenstelling tot aardgas - geen extra uitstoot van CO₂ in de atmosfeer. Het is daarmee minder schadelijk voor ons klimaat dan aardgas en andere fossiele brandstoffen zoals kolen en olie.
Veiligheid en toezicht
Transport van biogas vraagt net zoals aardgas om grote zorgvuldigheid en oog voor veiligheid. Biogas in ruwe vorm kan verontreinigingen bevatten die bij werkzaamheden aan leidingen vrij kunnen komen. Ze kunnen schadelijk zijn voor mens en milieu. Bovendien is biogas net als aardgas licht ontvlambaar en kan het exploderen.
Momenteel vallen biogasleidingen buiten de gaswet en behoren ze tot de vrije markt. Iedereen mag in Nederland leidingen aanleggen voor het transport van biogas. Dat betekent dat er geen tariefregulering is, maar ook dat er behalve de basiswetgeving geen eisen aan veiligheid en kwaliteit worden gesteld en dat er geen toezichthouder is. Daarnaast kunnen per gemeente verschillende eisen worden gesteld aan de vergunningen.
Heldere eisen
Heldere eisen aan biogasnetwerken zullen tot meer biogasprojecten leiden, omdat het onzekerheid wegneemt bij invoeders, afnemers en beheerders van de leiding. Het onder veiligheidstoezicht brengen van biogasleidingen is mogelijk binnen de Europese richtlijnen, want ook activiteiten in een vrije markt kunnen onder gereguleerd toezicht staan. Denk bijvoorbeeld aan de activiteiten van oliemaatschappijen.
Betrokkenheid netbeheerders
Netbeheerders kunnen een belangrijke rol spelen bij de stimulering van biogasnetten. Ze kunnen de gewenste schaalgrootte bieden en hebben alle noodzakelijke kennis en ervaring in huis voor een betrouwbaar, veilig en betaalbaar leidingnet. Vanwege hun wettelijke taak voor het transport en de distributie van aardgas, beschikken netbeheerders over de benodigde expertise en hebben een toezichthouder, het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Ook zijn netbeheerders bekend met aanleg en beheer van gasinfrastructuur in openbare ruimte. Het ligt daarom voor de hand dat netbeheerders betrokken worden bij biogasleidingen. Dat gebeurt nu al: bij enkele projecten zijn netbeheerders aangesloten. Bij initiatiefnemers van biogasnetwerken zijn netbeheerders als voor de hand liggende partners duidelijk in beeld.
In 2018 verscheen, in opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), de brochure 'Groen Gas voor Energiecoöperaties". Deze brochure is hier te downloaden.