Transportindicaties najaarsronde SDE++ bekend

In de najaarsronde van de SDE++ subsidie hebben de regionale netbeheerders 6.831 aanvragen voor transportindicaties gekregen. De transportindicatie is sinds 2019 een voorwaarde om voor de SDE-subsidie in aanmerking te komen. De regionale netbeheerders hebben voor deze najaarsronde 5.667 transportindicaties afgegeven, 83% van het totaal aantal aangevraagde indicaties.

placeholder

Elektriciteitsproducenten moeten vooraf een transportindicatie opvragen bij de netbeheerder in het gebied waar ze hun project willen realiseren. De indicatie geeft aan dat er op de door de aanvrager aangegeven locatie binnen de realisatietermijn die daarvoor staat in de SDE+-regeling voldoende netcapaciteit beschikbaar is. Het document biedt echter geen garantie dat het gevraagde transportvermogen in de toekomst daadwerkelijk beschikbaar is. Beschikbaar transportvermogen wordt op basis van opdrachtverstrekkingen toegekend. In de tabel hieronder is per netbeheerder aangegeven hoeveel transportindicaties er zijn afgegeven voor de voorjaarsronde van de SDE+. 

Netbeheerder

Aantal aangevraagde transportindicaties

Afgegeven

Niet afgegeven

Coteq

30

30 (100%)

0 (0%)

Enduris

225

198 (88%)

27 (12%)

Enexis Netbeheer

3.124

2.534 (81%)

590 (19%)

Liander

2.409

1.877 (78%)

532 (22%)

RENDO

 

18

3 (17%)

15 (83%)

Stedin

955

955 (100%)

0 (0%)

Westland Infra

70

70 (100%)

0 (0%)

 

 

 

 

Totaal

6.831

5.667 (83%)

1.164 (17%)

 

Oplossingen voor meer netcapaciteit

De capaciteit van het Nederlandse energienet staat onder druk, onder meer omdat grote projecten voor duurzame opwek vaak worden gerealiseerd op plekken waar het net daar niet op is berekend (zoals in dunbevolkte, landelijke gebieden). Samen met onder meer marktpartijen en overheden werken de netbeheerders aan oplossingen voor deze capaciteitsproblemen. Zo zijn onlangs afspraken gemaakt over het aansluiten van zonneparken op lager vermogen, waardoor er per saldo meer ruimte op het net komt voor zonnestroom. Daarnaast mogen de netbeheerders per 1 januari 2021 gebruik gaan maken van de ‘vluchtstrook’ voor het hoogspanningsnet; een vrijstelling van de wettelijke norm waarbij voor elk netwerkelement er een reserve-onderdeel of een omleidingsroute beschikbaar moet zijn. Door deze vrijstelling kan op korte termijn zo’n 10 tot 30% extra capaciteit worden benut. Ook in de nieuwe Energiewet, waarvan de consultatiefase op 17 december startte, is een aantal maatregelen opgenomen waarmee het energienet slimmer en efficiënter benut kan worden.