Netbeheerders leren werken met water

Wat gebeurt er met de elektriciteitsvoorziening bij hoogwater of overstromingen? Zitten we meteen in het donker, of valt dat mee? De netbeheerders doen voortdurend onderzoek naar de mogelijke gevolgen van een overstroming of van wateroverlast. Daaruit blijkt onder andere dat de netten robuuster zijn dan veel mensen denken. Samenwerking met andere partijen is in ons laaggelegen land essentieel. Recent was Deltacommissaris Peter Glas – virtueel – te gast in hoogspanningsstation Krimpen aan de IJssel dat stap voor stap verhoogd wordt.

placeholder

In het landschap is op sommige plekken al zichtbaar hoe de energie-infrastructuur meebeweegt met het water; in overloopgebieden voor rivieren staan hoogspanningsmasten bijvoorbeeld op een verhoogde basis. 

Klimaatadaptatie van het energiesysteem gaat echter veel verder; belangrijk onderdeel zijn analyses, experimenten en berekeningen van (overstromings)risico’s en de mogelijke gevolgen.

Hieruit blijkt dat de netten robuuster zijn dan vaak wordt gedacht; het transport van elektriciteit en gas valt niet direct stil. Omdat er veel relaties zijn tussen de waterhuishouding in ons land en het elektra- en gassysteem, werken we samen met andere partijen om ons voor te bereiden op  de gevolgen van klimaatverandering.

Risicoprofielen voor hoogspanningsstations

Soms zijn ingrijpende aanpassingen nodig, zoals bijvoorbeeld het verhoogd realiseren van nieuwe hoogspanningsstations, of het ophogen van de bestaande installaties.

Wat we moeten gaan doen richting 2050, ligt nog niet vast. Hier zijn nadere studies voor nodig: analyses van het gedrag van energienetten en transformatorstations bij bepaalde waterstanden bijvoorbeeld en berekeningen van uitvalgebieden en hersteltijden.

Zo heeft TenneT voor alle (meer dan 350) hoogspanningsstations een overstromingsprofiel opgesteld voor zowel de huidige situatie als voor 2050. Die profielen zijn weer gekoppeld aan bestaande doorbraak-scenario’s en aan de toekomstige situatie, na bijvoorbeeld dijkversterking. Dat levert een waardevolle database op met o.a. gegevens over het overstromingsrisico, de mogelijke waterdiepte daarbij en het type water – zoet, zout of brak. Aansluitend hierop volgen studies naar de daadwerkelijke impact van hoogwater op het functioneren van het hoogspanningsnet en het elektriciteitssysteem. 

Laag- en middenspanning verrassend robuust in zoet water

Samen met de TU Eindhoven zijn praktische proeven gedaan, waarbij onderdelen van het laag- en middenspannings-systeem (globaal de kabels en kasten op wijk en regionaal niveau) langzaam maar zeker steeds verder onder water werden gezet. Dat leverde verrassende inzichten op. Zo blijft een laagspanningsinstallatie lang functioneren als het (zoete) waterniveau stijgt. Wel gaat het water tussen de geleiders na verloop van tijd koken door de opwarming. Zo kan het vervreemdende beeld ontstaan van een elektriciteitskast die grotendeels onder water staat, en waar stoom uit komt maar die de elektriciteitsvoorziening voor het gebied wel in stand houdt. Bij zout water – zo bleek uit de proeven – is het een ander verhaal; dat tast componenten in het net vrijwel direct aan waardoor de beveiligingen in werking treden, zodat de stroom wordt onderbroken.

 Gasnet: gevoelig door elektrische apparatuur

Hoewel gasleidingen zelf niet direct sterk worden aangetast door water, is het gasnet op een andere manier kwetsbaar bij overstromingen. Er zijn namelijk elektrische componenten die de druk op het gasnet garanderen èn – zeer belangrijk – ervoor zorgen dat het reukloze aardgas een geur krijgt zodat lekkage direct wordt opgemerkt. Dit laatste is essentieel voor de veiligheid. Juist deze elektrische apparatuur is wel gevoelig voor storing door water. Nieuwe installaties in het gasnet, worden dan ook waterveilig aangelegd waar mogelijk en nodig. Een voorbeeld is de nieuwe stikstoffabriek die in Groningen verrijst, waarmee geïmporteerd gas op de juiste kwaliteit wordt gebracht voor de Nederlandse netten. Hier wordt een keerwand om de installatie gebouwd.

 Gebiedsstudies: maatregelen op maat

 Samen met veiligheidsregio’s, waterschappen, gemeenten en grote bedrijven, zoals het Havenbedrijf Rotterdam, hebben de netbeheerders specifieke gebieden geanalyseerd op risico’s voor zowel het gas- als elektriciteitsnet. De verschillen in grondgebruik, overstromingskansen en ligging bepalen de effectiviteit van adaptatie-maatregelen. Omdat gas en elektriciteit vitale functies zijn, heeft uitval grote invloed op de omvang van de totale schade bij een overstroming. Ook dit ‘cascade-effect’ is meegenomen bij de gebiedsstudies. Op basis van de uitkomsten en in overleg met de omgeving, worden vervolgens indien nodig maatregelen genomen. Het meest efficiënt is dat natuurlijk direct bij de aanleg van nieuwe onderdelen van de energienetten. Ook brengen de netbeheerders hun inzichten in bij het opstellen van gebieds-noodplannen en doen ze mee aan simulaties. 

Virtueel werkbezoek 

 Een daadwerkelijk bezoek aan een hoogspanningsstation was niet mogelijk vanwege Corona. Daarom nam de Werkgroep Klimaatadaptatie van Netbeheer Nederland Deltacommissaris Peter Glas virtueel mee naar het 380/150kV-hoogspanningsstation in Krimpen aan de IJssel waar al vergaande maatregelen zijn getroffen om goed voorbereid te zijn op hoog water.

Deltacommissaris Glas is positief over de stappen die de netbeheerders zetten, en pleit voor verdere samenwerking:“Elektriciteit is één van de dertien functies van de Nationale Aanpak Vitaal en Kwetsbaar binnen het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie; een hele belangrijke omdat veel andere processen hiervan afhankelijk zijn. Daarom is het zo goed dat binnen het Deltaprogramma de verantwoordelijke partijen, zoals het ministerie van EZK en de netbeheerders nog nauwer gaan samenwerken, hun kennis gaan delen en zo samen waardevolle stappen zetten naar een klimaatbestendige uitvoering, en daarmee naar een klimaatbestendig Nederland.” 

Netbeheerders zullen in nauw overleg met de betrokken ministeries en het Deltaprogramma de volgende stap zetten: het omzetten van studies en analyses naar ambitiebepaling en uitvoering. Daarbij spelen naast technische afwegingen, ook maatschappelijke argumenten met betrekking tot risico’s en kosten een rol.