Veiligheid Nederlandse energiesysteem hoog op de agenda
Gisteren tijdens een – door Netbeheer Nederland en KVGN georganiseerd – symposium zijn netbeheerders met partners in gesprek gegaan over de veiligheid van het Nederlandse energiesysteem. De weerbaarheid van het energiesysteem is voor netbeheerders een belangrijk thema.

Ondanks de landelijke staking van de NS was er een groot aantal mensen naar Den Haag getrokken. Onder leiding van Jinny Moe Soe Let, dagvoorzitter en directeur beleid en communicatie bij Netbeheer Nederland, legden Marloes Beers (Universiteit Utrecht), Luisella ten Pierik (Stedin) en Ernest Wiersma (Gasunie) hun ervaringen aan de zaal voor.
Geopolitieke spanningen
Marloes Beers is universitair docent internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Zij ging in op de geopolitieke kant van een weerbaar energiesysteem. Hierin stond centraal hoe strategische afhankelijkheid van energie er in de praktijk uitziet en hoe Nederland hier weerbaarder in kan worden.
Aan de hand van drie casussen schetste Beers de drie factoren die de strategische energie-afhankelijkheid beïnvloeden. Dit zijn flexibiliteit in het gebruik van energiebronnen, relaties met derde landen en onafhankelijkheid dankzij groepsverbanden.
Eerste casus: de oliecrisis in 1973. Hierin werd Nederland op papier hard getroffen doordat het te maken kreeg met een volledige olieboycot door exporterende landen in het Midden-Oosten. Nederland had echter genoeg aanvoer uit bevriende landen en kon relatief makkelijk schakelen naar energiebronnen als kolen en aardgas. De flexibiliteit en de relaties met derde landen waren op orde, waardoor de leveringszekerheid werd gewaarborgd.
Toch was het geen onverdeeld succes doordat de Europese landen zich qua inkoopprijs tegen elkaar lieten uitspelen. Hierop werd in samenspraak met de Verenigde Staten het Internationaal Energieagentschap (IEA) opgericht. De betrokken landen zouden binnen het IEA moeten gaan samenwerken, om zo onafhankelijker te worden dankzij het groepsverband.
De tweede casus was de Urengoi pijplijn. Nederland won eind jaren zeventig al relatief veel aardgas, importeerde Noors gas en ontving al relatief veel elektriciteit uit de Franse kerncentrales. Nederland was flexibel qua energiebronnen, maar wilde de flexibiliteit in zijn energieleveranciers vergroten. De Verenigde Staten was hier niet blij mee en probeerde Europese landen, zoals Nederland, hier vanaf te laten zien. Dit keer bleef de eenheid binnen de Europese Unie bewaard en kon de Amerikaanse druk worden weerstaan.
Met de derde casus werd duidelijk hoe moeilijk het balanceren is tussen flexibiliteit in het gebruik van energiebronnen, relaties met derde landen en onafhankelijkheid dankzij groepsverbanden. Met Nord Stream II zou de potentiële import van aardgas worden vergroot, wat de weerbaarheid van het Europese energiesysteem zou verhogen. Tegelijk zou het de Europese afhankelijkheid van Rusland vergroten en de relatie met de Verenigde Staten onder hoogspanning zetten.
Uiteindelijk werd de pijpleiding opgeblazen voordat deze in gebruik is genomen. Het was een van de tekenende momenten in de oorlog tussen Oekraïne en Rusland, waarin duidelijk werd hoe energie-infrastructuur een oorlogsdoelwit vormt.
Cybercriminaliteit
Nederland heeft nog altijd een van de meest betrouwbare energiesystemen ter wereld, zo bracht Luisella ten Pierik, Chief Information Security Officer bij Stedin, in herinnering. Daarbij heeft de recente stroomstoring in Spanje en Portugal ons de mogelijke effecten laten zien van een lagere betrouwbaarheid.
Ons energiesysteem moet op twee manieren meer weerbaar worden tegen cybercriminaliteit. Dit vormt volgens Ten Pierik namelijk de grootste bedreiging voor het energiesysteem. Cybercrime is bijvoorbeeld al aan de orde van de dag voor grote bedrijven en universiteiten. Het kost Nederland al miljarden euro's aan schade. Wereldwijd lopen de kosten al op tot 9,2 biljoen dollar in 2024. Naar verwachting stijgt dit tot 10,5 biljoen dollar in 2025.
Geopolitieke ontwikkelingen kunnen daar nog een schepje bovenop doen. Zo is het Oekraïense energiesysteem bijvoorbeeld gehackt door de Russen met betrekkelijk eenvoudige software. Het energiesysteem schakelde zichzelf vervolgens in grote delen uit. Dat roept een aantal vragen op: Kunnen wij ons energiesysteem bestand maken of beveiligen tegen zowel een softwareaanval als een aanval met een drone? En zijn netbeheerders hiervoor verantwoordelijk of het ministerie van Defensie?
Voor Netbeheer Nederland is de weerbaarheid van het energiesysteem een strategisch thema. Met 3 gigawatt vermogen kunnen er al problemen worden veroorzaakt op het elektriciteitsnet, terwijl er in Nederland 50 gigawatt aan omvormers staat. Omvormers zijn consumptieproducten achter de meter, bovendien hebben netbeheerders een aansluitplicht. Hierdoor kunnen netbeheerders zich moeilijk wapenen tegen slechte producten. Om in de volle breedte weerbaarder te worden op het gebied van cyberveiligheid ontwikkelen de netbeheerders daarom tien actielijnen.
Crisismanagement
Ernest Wiersma is als Corporate Advisor Security en Crisismanagement van Gasunie verantwoordelijk voor de crisisgevallen. Hoewel crisismanagement per definitie onvoorspelbaar en ongelegen is, valt er toch veel voor te bereiden. Het begint in de zogenoemde koude fase met preventie en voorbereiden, bijvoorbeeld door te oefenen op crisissituaties.
In de warme fase moeten er 100% beslissingen worden genomen met 50% van de kennis. Dat vraagt om een effectief beeldvormings-, oordeelsvormings- en besluitvormingsproces, waarin samenwerking cruciaal is, zo legt Wiersma uit. Vaak ziet hij dat mensen en bedrijven te lang in het beeldvormingsproces blijven hangen, terwijl er kostbare tijd verloren gaat.
Daarbij noemt ook Wiersma de geopolitiek als relevante ontwikkeling voor crisismangement, maar ook polarisatie en verharding. Gasunie heeft vaker met protesten te maken, maar die worden ook gevaarlijker en persoonlijker. Zo krijgen technici aan de ene kant te maken met gaten in pijpleidingen, waar ze pas achterkomen wanneer er druk op de leiding wordt gezet. Aan de andere kant worden Gasunie-medewerkers ongevraagd meegenomen in filmpjes van klimaatactivisten. Juridisch valt hier nauwelijks iets aan te doen. Terwijl de persoonlijke impact groot is.
Open discussie
Wat tijdens het symposium en de open discussie blijkt: er zijn verschillende perspectieven op weerbaarheid en die zijn ook niet in beton gegoten. Een relatief klein land als Nederland zal altijd in bepaalde mate afhankelijkheid zijn van andere landen voor zijn energie. En wat vandaag een bevriend land is, kan over tijd lijnrecht tegenover Nederland komen te staan.
Het is daarom belangrijk dat Nederland een bepaalde balans weet aan te brengen in het energiesysteem. Voldoende flexibiliteit van energiebronnen, niet te afhankelijk van derde landen, goede relaties binnen groepen landen, voorbereid op zowel de fysieke als digitale componenten van cybercriminaliteit en een bepaalde mate van voorbereiding optuigen voor crisissituaties. Als netbeheerders zullen wij deze lessen ter harte nemen.