
Kies voor ruimte voor energie in de ruimtelijke ordening
De energietransitie in de praktijk betekent het trekken van kabels, leggen van leidingen, bouwen van wind- en zonneparken, het plaatsen van trafohuisjes, het bouwen van opslag. Maar in de ruimtelijke plannen wordt nauwelijks rekening gehouden met de energie-infrastructuur. Dit zorgt voor botsende ruimteclaims, lange doorlooptijden voor vergunningen, onzekerheden voor bedrijven en burgers en onnodige maatschappelijke uitgaven. En het duurt vooral erg lang; ruim eenderde van de gewenste aansluitingen kan niet of niet op tijd gerealiseerd worden. Kies daarom voor meer prioriteit en ruimte voor de energie-infrastructuur. Zo ontstaat duidelijkheid voor iedereen en houden we vaart in de realisatie.
Regie op ruimte en energie
Neem energie-infrastructuur op als principe in de Nota Ruimte en wijs proactief ruimte toe aan boven- en ondergrondse energie-infrastructuur. Energie moet mede-sturend worden in ruimtelijke keuzes, niet het sluitstuk, daarom is een energietoets ook zo belangrijk. Maak van energie een randvoorwaarde in ruimtelijke ordening op álle schaalniveaus: nationaal, regionaal en lokaal. Betrek netbeheerders, overheden en andere belanghebbenden vroegtijdig bij ruimtelijke keuzes, zodat energie en ruimte echt samen worden gepland.
Versnel vergunningprocedures
Vereenvoudig, verkort en versnel vergunningen en beroepsprocedures, inclusief een speciaal wetgevingstraject voor het versnellingspakket elektriciteitsnet.
Sturing met locatiekeuzes en zonering
Wijs duidelijke zones aan voor energie-intensieve functies en infrastructuur, zoals safe havens voor grootschalige opwek, warmtewijken, waterstofclusters en groen gasproductie.
→ Voor nieuwe energie-intensieve elektriciteitsvraag (bijv. datacenters, industriële elektrificatie) is het wenselijk om go-to-locaties aan te wijzen.
→ Leg in omgevingsvisies ook energie-luwe gebieden vast, waar aanvragen die niet passen bij de visie geweigerd mogen worden (“license to say no”).
→ Voor waterstof is een aanbodgedreven, planmatige aanpak noodzakelijk, zodat productie en infrastructuur gecoördineerd uitgerold worden.
Ruimtelijke reservering
Waarborg juridisch ruimte, corridors en tracés voor zowel huidige als toekomstige energie-infrastructuur. Zorg dat er voldoende ruimte kan worden gereserveerd, zelfs als dit tijdelijk te veel lijkt. Zo voorkomen we dat we achter de feiten aanlopen en blijft er flexibiliteit om in te spelen op toekomstige ontwikkelingen en onverwachte systeembehoeften.
Slimme prikkels in subsidies
Breid de SDE++ en OWE uit met locatiecriteria, zodat duurzame opwek, grootverbruikers en opslag slim worden ingepast.
De energietransitie wordt zichtbaar in de praktijk: overal worden kabels getrokken, leidingen gelegd, wind- en zonneparken gebouwd en trafohuisjes geplaatst. Ook voor waterstof en energieopslag komt er steeds meer infrastructuur bij.
Maar in ruimtelijke plannen krijgt energie-infrastructuur nog te weinig plek. Daardoor botsen ruimteclaims, lopen vergunningen vast en ontstaan onzekerheden voor bedrijven en bewoners. Het gevolg: vertraging en hogere maatschappelijke kosten. Inmiddels kan ruim één derde van de gewenste aansluitingen niet of niet op tijd worden gerealiseerd.
Als energie en ruimte niet beter op elkaar worden afgestemd, blijven projecten vastlopen door trage planprocedures, ruimtelijke conflicten en het uitblijven van vergunningen. Zo groeit het maakbaarheidsgat – het verschil tussen wat we wíllen bouwen aan energie-infrastructuur en wat er in de praktijk daadwerkelijk kan worden gerealiseerd.
Dat betekent dat cruciale investeringen te laat komen of op de verkeerde plek belanden. De gevolgen zijn voelbaar: langere wachttijden door netcongestie, hogere CO₂-uitstoot, verspilling van publiek geld en vertraging bij woningbouw en economische ontwikkeling. Zonder energievoorziening stokt de vooruitgang – in elke regio van Nederland.
Een ander toekomstbeeld is mogelijk! Door energie-infrastructuur leidend te maken in ruimtelijke keuzes, gebruiken we de schaarse ruimte slimmer en voorkomen we vertraging. Met duidelijke afspraken en ruimtelijke reserveringen kunnen we op tijd plek vrijhouden voor kabels, leidingen en transformatorstations.
Door onderscheid te maken tussen energie-hotspots – gebieden waar ruimte is voor industrie, datacenters of duurzame productie – en energie-luwe zones, ontstaat helderheid voor bewoners, bedrijven en overheden. Zo kunnen netbeheerders sneller investeren in strategische gebieden en aanvragen afwijzen die niet passen bij het toekomstbeeld van een regio. Zo versnellen we projecten en houden we de energietransitie uitvoerbaar en betaalbaar.
Kies daarom voor meer ruimte en prioriteit voor energie-infrastructuur! Dat zorgt voor duidelijkheid, versnelt de uitvoering en houdt de energietransitie uitvoerbaar én betaalbaar.
Netbeheerders maken energie-infrastructuur expliciet onderdeel van ruimtelijke ordening. Zij reserveren tijdig ruimte voor kabels, leidingen, stations en corridors en werken met gemeenten aan lokaal programmeren: het delen van data en scenario’s, het afstemmen van tracés en locaties en het borgen van uitvoerbaarheid in warmte- en gebiedsplannen.
Via investeringsplannen verankeren ze uitbreidings- en vervangingsprojecten ruimtelijk en maken zij prioritering inzichtelijk. Waar het net knelt, voeren zij congestieonderzoeken uit en zetten zij congestiemanagement in, in nauwe samenwerking met bedrijven en overheden, zodat de beschikbare ruimte en capaciteit slimmer wordt benut tot uitbreiding gereed is.
Op landelijk niveau worden samen met overheden en omwonenden voorkeurstracés voor nieuwe hoogspanningsverbindingen uitgewerkt, met participatie- en milieustudies om een zorgvuldige inpassing te bereiken. Zo verbinden netbeheerders planvorming, participatie en uitvoering en komt de benodigde ruimte voor energie tijdig en doelgericht in besluitvorming.