Veilige verwijdering gasaansluiting binnenkort volledig vergoed

Minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat de kosten voor het verwijderen van de gasaansluiting voor consumenten binnenkort (tijdelijk) gesocialiseerd worden. De kosten worden dan verrekend in de tarieven van de netbeheerders; consumenten die van het aardgas afgaan betalen de kosten niet meer zelf. Dit is de uitkomst van gesprekken tussen het ministerie van EZK, Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de netbeheerders. De netbeheerders kunnen zich vinden in het besluit van de minister. Deze tijdelijke oplossing schept duidelijkheid voor consumenten die hun woning nu al aardgasvrij maken. Naar verwachting gaat de nieuwe regeling 1 maart 2021 in.

placeholder

Steeds meer consumenten maken werk van de energietransitie en besluiten zelfstandig van het gas af te gaan. Bij huishoudens die geen gas meer gebruiken, moet de gasaansluiting onder andere vanwege veiligheidsredenen volledig worden verwijderd. Netbeheerders zijn verplicht de kosten van het verwijderen van de gasaansluiting door te berekenen aan de consument die er voor kiest om van het gas af te gaan. Dit wordt door hen als demotiverend ervaren. De minister komt nu die groep koplopers tegemoet.

Veilig verwijderen
De netbeheerders hanteren een uniforme werkwijze voor huishoudens die van het gas af willen. Zo is tijdelijke afsluiting (ook wel verzegelen genoemd) geen oplossing voor woningen die permanent aardgasvrij gemaakt worden. Uit onderzoek van Kiwa blijkt namelijk dat dit op lange termijn niet veilig is. Als een consument definitief van het gas af wil, wordt de volledige gasaansluiting verwijderd. In zijn brief benadrukt ook de minister dat het verwijderen van de gasaansluiting de enige veilige manier is om een woning gasloos te maken.

Tijdelijke oplossing
De netbeheerders mogen de kosten voor het volledig verwijderen van de gasaansluiting nu gaan verrekenen in het aansluittarief gas. Dit betekent dat de kosten voor het gasloos maken van woningen worden betaald door consumenten die aan het gasnet verbonden blijven. Nu is het aantal consumenten dat zelfstandig van het gas af gaat nog beperkt, maar die aantallen lopen de komende jaren op. Voor de lange termijn is deze regeling dan ook niet houdbaar. Zodra de populatie gasgebruikers te klein wordt, zullen de vastrechtkosten onevenredig hoog worden voor de klanten die nog van het gas gebruik maken. De minister spreekt daarom in de Tweede Kamer-brief terecht van een tijdelijke oplossing. In de nieuwe Energiewet komt een definitieve oplossing voor de verdeling van kosten voor het verwijderen van een gasaansluiting.

50/50-regeling aangepast
In februari 2020 heeft de Tweede Kamer het wijzigingsvoorstel op de Gaswet aangenomen om de kosten voor het verwijderen van de gasaansluiting te verdelen. Consumenten die van het gas af gaan zouden dan de helft van de kosten betalen. De andere helft van de kosten mochten de netbeheerders verrekenen in het periodieke aansluittarief gas. Het nieuwe besluit van de minister zorgt ervoor dat niet de helft, maar de volledige kosten worden verrekend in het periodieke aansluittarief gas. De procedure voor de aanpassing van de Gaswet volgens de 50/50-regeling loopt al. Deze wordt aangepast. De regeling moet nog door een aantal wettelijke procedures. Naar verwachting hoeven consumenten die vanaf 1 maart 2021 hun gasaansluiting laten verwijderen niet meer een apart eenmalig tarief te betalen voor de verwijdering van hun gasaansluiting.