Uit Trouw: Het energienet moet slimmer

Regionale energienetbeheerders zijn op hun qui-vive: is het net 'slim' genoeg om Nederland massaal op groene energie te laten overstappen? 'Meer kabels in de grond is de oplossing niet.'

placeholder

Overgenomen uit Trouw 09-09-2016 /pagina 10, 11 /sectie Duurzaamheid en Natuur /auteur FRANK STRAVER

Schone energie | Regionale energienetbeheerders zijn op hun qui-vive: is het net 'slim' genoeg om Nederland massaal op groene energie te laten overstappen? 'Meer kabels in de grond is de oplossing niet.'

Bij een aantal huizen in de provincie Groningen knalden deze zomer de stoppen uit de meterkast. Het was juli, een stralende dag. Mensen lagen te bakken in de zon. Dat deden de zonnepanelen bovenop de daken ook. Nogal wat Groningers, die aardbevingen als gevolg van gaswinning spuugzat zijn, hadden recent een zonnepaneel neergelegd, om hun energie toch een beetje in eigen hand te hebben. Het gevolg: overbelasting. 'Te veel zonnepanelen in Groningen', meldde de NOS. Zo kun je het zien. Maar een andere conclusie dekt de lading beter: het stroomnet was niet klaar voor deze golf zonnestroom. De beheerder van het energienet, Enexis in dit geval, moet ervoor zorgen dat alle stroom door de kabels kan, zonder dat het licht uit gaat. Het Groningse akkefietje laat zien hoe belangrijk het netwerk is bij de omschakeling naar schone energie, zegt directeur André Jurjus van de brancheclub Netbeheer Nederland. De belangenbehartiger van bijvoorbeeld Enexis, Stedin en Liander zit in zijn werkkamer, in een Haags kantoor. Achter hem hangt een kleurige poster op de muur. 'Nieuwe spelregels voor een duurzaam en stabiel energiesysteem', staat erop.

Kabels en buizen
Een net, zegt de directeur, moet zo uitgerust zijn dat het een hausse aan windenergie en zonnestroom kan opvangen. Dat vraagt om controle, sturing. 'Vroeger legden wij netbeheerders kabels en buizen in de grond en hadden daar vervolgens geen omkijken meer naar. Maar die tijd is voorbij.' De regionale energienetbeheerders zijn op hun qui-vive. Want hoe snel gaat het lopen in Nederland, de omschakeling naar schone energie? Als Nederland opeens massaal 'groen' wordt, moet het net daar wel klaar voor zijn. Netbeheerders willen daarom snel hun stroomnet intelligenter maken. Het klakkeloos plaatsen van meer dikke kabels in de grond is passé. 'Smart grid', dat is het nieuwe buzzword. De kabelaars willen software stoppen in het stroomnet en transformatorstations. En ook opslagbatterijen voor het bufferen van 'overtollige' energie horen thuis in een slim net. Maar ook: dé consument, iedere Nederlander. Met slimme energiemeters en apparaten in huis wordt iedereen straks een 'instrument' om te sturen in het net. Jurjus benadrukt: alleen wie het zelf wil en toestemming geeft, gaat meedoen. Deelnemende huishoudens kunnen straks geautomatiseerd minder stroom afnemen, of juist even wat meer. De wasmachine kan straks misschien beter even wachten met draaien totdat de wind aantrekt, want dan is er veel elektriciteit. En eigenaren van een elektrische auto moeten niet allemaal precies tegelijk hun accu willen opladen als ze van hun werk thuiskomen. Doe dat liever 's nachts. En als er echt een stroomtekort is, kunnen er dan wat lampen uit? Technisch kan het allemaal, zegt Jurjus, via 'signalen' in de netten en kabels.

Meedeinen met energieaanbod
De energiegebruiker van de toekomst is niet star maar wendbaar. Door de toenemende schommelende productie van groene stroom gaan mensen hun gebruik afstemmen op de beschikbaarheid van energie, in plaats van andersom, zoals dat nu gebeurt. Thuis, maar ook op de werkvloer. Een fabriek kan extra hard gaan draaien als het aanbod van zonne- en windenergie groot is. Zelf meedeinen met het energieaanbod klinkt misschien lastig. Maar het kan wel geld opleveren, want elektriciteit is goedkoop als er veel van is en duur als er weinig is. De netbeheerders kunnen door zulke sturing zelf ook geld besparen. Jurjus: 'Alsmaar meer kabels in de grond leggen maakt het gebruik van het energienet drie of vier keer zo duur voor mensen. Maar met een slim net beperk je de stijging van kosten tot een verdubbeling.' Op dit moment mogen netbeheerders al wel een beetje aan de knoppen draaien om te sturen in het energienet, bij speciale experimenten en in lokale pilots. Maar hun bemoeienis met de manier waarop energiestromen vloeien, ligt gevoelig in de energiesector, waar miljarden euro's in omgaan. Netbedrijven moeten voor goede pijpen en kabels zorgen en meer niet, vinden commerciële energieleveranciers en -handelaren. De netbeheerders zijn in handen van de overheid (gemeenten en provincies). Dus, klinkt het, hebben ze niks te zoeken in en rond de markt waar bedrijven zoveel mogelijk geld willen verdienen. De 'commerciële jongens' zien brood in energieopslag, energiebesparingsadvies en het regelen van energie-uitwisseling. Het jongste onderwerp waar serieuze mot over is: de plaatsing van laadpalen waar elektrische auto's kunnen 'tanken'. Deze week spande Nuon een rechtszaak aan tegen het bedrijf Allego, gelieerd aan Liander. Volgens Nuon mag Allego geen laadpalen neerzetten voor elektrische auto's, want Nuon wil zich de kaas niet van het brood laten eten door een overheidsbedrijf. Netbeheerdersbaas Jurjus vindt dat laadpalen wel degelijk bij het stroomnetwerk horen, als infrastructuur. Hij verwacht de komende jaren meer gebakkelei over de vraag: wat mogen netbedrijven wel en niet doen, om de rode loper uit te rollen voor duurzame energie?

Van het gas af
Een nieuwe gaspijp in de grond leggen, heeft dat nog zin? Netbeheerders zitten met die vraag in hun maag. Stedin besloot geen nieuwe gaspijpen meer te leggen. Andere netbedrijven krabben zich achter de oren: is een warmtenet niet slimmer dan een gasnet, of alleen een stroomnet met warmtepompen? Er is een goede planning en afstemming nodig met bouwbedrijven en gemeenten. Soms gaat dat al mis. In een Arnhemse wijk investeerde Liander 6 miljoen euro in vernieuwing van het gasnet. Maar nog geen jaar later waren die pijpen niet meer nodig. De wijk werd nul-op-de-meter gemaakt, dat is zo energiezuinig dat de woonhuizen zonder gas kunnen.

Eerlijke energiemeter
Alle Nederlandse huishoudens krijgen een digitale energiemeter aangeboden, uiterlijk in 2020. Die zijn cruciaal om mee te doen in een 'slim' net. De meter weigeren mag, bijvoorbeeld uit zorgen om privacy. Twee miljoen meters zijn er al opgehangen, nog zes miljoen liggen er klaar. De meters zijn niet helemaal duurzaam geproduceerd, maar daar komt verandering in. Achter de schermen werken netbeheerders aan nieuwe exemplaren, zoals de 'fair meter'. Die bestaat uit schone, hergebruikte grondstoffen. Netbeheerder Enexis bedacht een verantwoorde gasmeter, de 'silver meter'. Die is van kaal metaal gemaakt, zonder lik verf erop. Dat scheelt chemische verfprocessen.