Uit Net NL: Afkicken van aardgas

Hoe krijgen we de Nederlandse huishoudens van het aardgas af? Dat is op dit moment misschien wel de prangendste vraag van de Nederlandse energietransitie. Complicerende factor is dat de uitfasering van aardgas flinke invloed heeft op ‘het leven achter de voordeur’. Toch zijn er al lichtpuntjes.

placeholder

Hoe krijgen we de Nederlandse huishoudens van het aardgas af? Dat is op dit moment misschien wel de prangendste vraag van de Nederlandse energietransitie. Complicerende factor is dat de uitfasering van aardgas flinke invloed heeft op ‘het leven achter de voordeur’. Toch zijn er al lichtpuntjes.

 

01_AFKICKEN_1600x768-152

Dat we aardgasvrij moeten worden, staat vast. Het Energieakkoord formuleerde in 2016 al (enigszins omfloerst) dat in 2050 alle Nederlandse huishoudens aard­gasloos moeten zijn: ‘Bij de voorziening van lagere temperatuur­warmte mag per saldo geen CO2-emissie meer optreden’. Het nieuwe regeerakkoord concretiseert die koers. De aansluitplicht voor gas wordt vervangen door een warmterecht. Verder moeten voor het einde van de kabinetsperiode jaarlijks circa 50.000 nieuwbouw­woningen aardgasloos worden opgeleverd en 30.000 tot 50.000 bestaande woningen aardgasvrij gemaakt, of in ieder geval zodanig energie-efficiënt dat ze op korte termijn aardgasloos gemaakt kunnen worden. 

De factor mens

Natuurlijk vraagt de omschakeling naar een aardgasloze energievoorziening om gigantische technische en systemische aanpassingen. Maar ‘de factor mens’ is minstens zo belangrijk. Het nachtmerriescenario is dat consumenten met de hakken in het zand gaan, want maatschappelijke weerstand is een niet te onderschatten risicofactor in de energietransitie – dat hebben de ervaringen rond bijvoorbeeld wind op land wel geleerd. Zonder draagvlak is het vrijwel onmogelijk om in relatief korte tijd 7 miljoen huishoudens van het aardgas af te krijgen, zeker omdat de omschakeling naar aardgasvrij ook nog eens relatief veel invloed heeft op ‘het leven achter de voordeur’. Sinds de uitrol van het aardgasnet in de jaren ’60 zijn we razendsnel gewend geraakt aan verwarmen en koken op aardgas. En hoewel er verschillende wijken in Nederland zijn waar bewoners al jarenlang prima zonder aardgas kunnen – denk aan het Amsterdamse IJburg – zullen veel Nederlanders toch even moeten wennen aan het idee dat ze afscheid moeten nemen van hun vertrouwde cv-ketel.

Iedereen is het er dan ook over eens dat de uitfasering van aardgas uitermate zorgvuldig moet worden aangepakt. “Als we dit vraagstuk te systemisch benaderen, zal het zo veel weerstand oproepen dat de commotie rond windmolens kinderspel lijkt”, tekende Net NL vorig jaar zomer al op tijdens een door Alliander georganiseerd rondetafelgesprek over draagvlak voor de warmtetransitie. “We móeten de consument als vertrekpunt nemen, anders wordt het een slagveld.” 

‘We móeten de consument als vertrek¬punt nemen, anders wordt het een slagveld’

Leuk en laagdrempelig

Dat was ook het standpunt van het Programmabureau Warmte/Koude Zuid-Holland, een publiek/private samenwerking van zo’n zeventig partijen. Begin dit jaar startte het programmabureau een campagne om consumenten vertrouwder te maken met het idee van een aardgasloze samenleving: VanGasLos. Projectleider Josefine Rooks: “Consumenten waren destijds nog amper op de hoogte dat Nederland de bebouwde omgeving aardgasvrij wil maken. Iemand moest het ze gaan vertellen. De overheid deed het niet. Dus zijn we zelf maar begonnen.” 

De VanGasLos-campagne bestond in eerste instantie uit korte filmpjes die op een leuke en laagdrempelige manier laten zien dat een aardgasvrij leven helemaal niet zo ingewikkeld is. Pepijn van Lanen, ook bekend als Faberyayo van de Jeugd van Tegenwoordig, werd gestrikt om de voice-over in te spreken – zijn relaxte dictie past perfect bij wat VanGasLos wil overbrengen. Later ontstond ook het idee voor het VanGasLos-festival. “Een evenement dat qua beleving vergelijkbaar is met een mini-Huishoudbeurs. Waar je rustig langs stands kunt lopen om informatie te verzamelen of vragen te stellen aan deskundigen, waar je met eigen ogen kunt zien hoe een warmtepomp of infraroodpaneel er eigenlijk uitziet, waar je films over de energietransitie kunt kijken en waar je aan den lijve kunt ondervinden hoe het is om gasloos te koken. Mensen associëren gasloos koken namelijk vaak met elektrisch of keramisch koken, wat een aantal nadelen heeft. Inductie is onbekender, terwijl veel mensen het een prettige kooktechiek vinden. Daarom organiseerden we in samenwerking met Nuon kookworkshops waar je onder leiding van gerenommeerde chefs kon koken op inductie”, vertelt Rooks.

De handschoen oppakken
Niet alleen the ususal suspects uit de kring van (lokale) overheden, NGO’s en de energiesector zijn al aan de slag om Nederland aardgasvrij te maken. Ook allerlei andere partijen pakken de handschoen op. Zo maakte Ballast Nedam Development onlangs bekend voortaan alleen nog maar gasloze woningen te ontwikkelen. “Dat past bij ons motto ‘ontwikkelen is het nemen van voorsprong op de toekomst’. Ook hopen we met dit besluit anderen te motiveren grote stappen te zetten in het verduurzamen van Nederland, zodat we samen in staat zijn grenzen te verleggen”, aldus Ballast Nedam in een persverklaring. Een mooi voorbeeld van hoe ook commerciële partijen bijdragen aan de bewustwording én de realisatie van een CO2-vrije bebouwde omgeving. 

Urgentie voelen

Het eerste VanGasLos-festival werd gehouden in Amsterdam, met drie aparte dagen voor drie aparte doelgroepen: een dag voor mensen uit de energiesector, een dag voor young professionals en een dag voor consumenten. Het leverde zulke goede reacties op dat het Programma­bureau Warmte/Koude een draaiboek ontwikkelde voor een ‘light-versie’ en dat ter beschikking stelt aan partijen die een eigen VanGasLos-festival willen ontwikkelen. Een schot in de roos: er staan inmiddels VanGasLos-festivals op stapel in Rijswijk, Schiedam, Leiden en de stadsregio Arnhem/Nijmegen. 

Begin oktober voegde het Programmabureau daar een nieuwe service aan toe: een voorbeeld-communicatiestrategie die gemeenten en andere partijen kunnen gebruiken voor de communicatie over de aardgastransitie met hun inwoners of stakeholders. “We merkten dat veel organisaties wel de urgentie voelen om snel werk te maken van de aardgastransitie, maar niet goed weten hoe ze dat moeten aanpakken. Het is zonde als iedereen apart het wiel moet uitvinden, vandaar dat we graag helpen met onze expertise en best practices”, verklaart Rooks.

Goed verhaal

Het Programmabureau Warmte/Koude Zuid-Holland is niet de enige partij die zijn best practices deelt rond de aardgastransitie. Dat geldt ook voor de 28 andere kennispartners en 31 gemeenten die zijn aangesloten bij de Green Deal Aardgasloze Wijken, die in maart jongstleden tot stand kwam. Een van de aangesloten gemeenten is Leeuwarden, want “de aardgastransitie is een dramatisch grote opgave, maar toch moeten we er gewoon maar aan beginnen”, aldus burgemeester Ferd Crone vorige maand op het congres ‘Nieuwe Netwerken’ van Netbeheer Nederland. Volgens hem hebben ook de netbeheerders een belangrijke rol om maatschappelijk draagvlak te creëren voor die transitie. “De netbeheerders weten precies wat er aan infrastructuur onder de grond ligt, waardoor ze een belangrijke partner zijn voor de gemeenten om op wijk- en buurtniveau de beste oplossingen te vinden. Maar ik wil ze op het hart drukken om dat vraagstuk niet louter te bekijken als ‘ingenieurs van het net’. Neem het perspectief van burgers ook nadrukkelijk mee: wat betekenen de alternatieven voor hun wooncomfort, voor de aanpassingen aan hun woning, voor de investeringen die ze moeten doen enzovoort. Bij de aardgastransitie is het niet alleen van belang dat de oplossingen technisch en financieel kloppen, er moet óók een goed verhaal naar burgers aan ten grondslag liggen. De aardgastransitie is geen technische opgave, maar een maatschappelijke.” 

De aardgas¬alternatieven moeten niet alleen technisch en financieel kloppen, er moet ook een goed verhaal aan ten grondslag liggen’

Beter op de hoogte

Gelukkig zijn die burgers in korte tijd al veel beter op de hoogte geraakt van het voornemen van de Nederlandse overheid om de bebouwde omgeving aardgasloos te maken, blijkt uit onderzoek van Stichting HIER klimaatbureau. In juni 2016 wist nog maar 14% van de ondervraagden dat Nederland van het aardgas af gaat, terwijl dat in augustus 2017 al 51% bedroeg. Bovendien bleek een meerderheid van de ondervraagden (58%) voorstander van een aardgasloze energievoorziening. Tegenstanders zijn er natuurlijk ook, maar met 28% zijn ze duidelijk in de minderheid. Susanne van Suylekom, projectmanager van het project ‘HIER verwarmt’ bij het HIER klimaatbureau, verklaart de toegenomen bekendheid doordat de media het afgelopen jaar veel aandacht hebben besteed aan stoppen met aardgas. “Dat zien we duidelijk terug in de bekendheid en het draagvlak. We zien ook dat Nederlanders zich veel bewuster zijn van de problemen die de aardgaswinning opleveren voor de inwoners van Groningen.” 

De financiële factor

Over de alternatieven voor aardgas blijken de ondervraagden nog weinig kennis te hebben. Wel vermoeden ze dat er een prijskaartje aan hangt: op de onderzoeksvraag ‘waar ziet u het meest tegenop’ antwoordt 35% ‘de kosten’. Dat is ook een punt van zorg voor veel energieprofessionals. Menigeen breekt zich het hoofd over aardgas-alternatieven waarvan de consument (bijna) niets voelt in de portemonnee, vanuit het idee dat dat een absolute randvoorwaarde is voor het slagen van de aardgastransitie. Maar het valt nog niet mee om kostenneutrale oplossingen te vinden. En misschien hoeven we ons daar ook helemaal niet zo op blind te staren. “De meeste mensen snappen wel dat aardgas een hartstikke goedkope en makkelijke brandstof is, waar we niet eindeloos mee kunnen doorgaan. Onze ervaring is dat ze best bereid zijn te betalen voor een goed, duurzaam alternatief voor aardgas, zeker als het ook een oplossing biedt voor een ander probleem zoals woningcomfort”, vertelde Siward Zomer (ODE Decentraal) op het congres van Netbeheer Nederland. 

Ook het feit dat in korte tijd relatief veel lokale bewegingen op gang zijn gekomen van bewoners die op eigen initiatief de mogelijkheden van een aardgasvrije buurt verkennen, wijst erop dat de aardgastransitie misschien al meer maatschappelijke steun heeft dan menigeen denkt. Tot slot nog een hoopgevend feitje: 24% van de ondervraagden uit het aardgastransitie-onderzoek van Stichting HIER klimaatbureau geeft aan dat ze helemaal nergens tegenop zien. Laten we hopen dat die mindset zich de komende jaren als de spreekwoordelijke olievlek verspreidt. 

Alternatief voor cv-ketels
Stimuleer hybride warmte­pompen als alternatief voor cv-ketels. Dat is een van de actiepunten uit de Netwerkagenda, het 10-puntenplan van de netbeheerders voor een succesvolle energie­transitie. Nederland kan snel een forse CO2-reductie behalen als huishoudens die hun cv-ketel moeten vervangen (gemiddelde levensduur: 15 jaar), kiezen voor ten minste een hybride warmte­pomp in combinatie met groene stroom. Niet alleen bespaart dat direct veel CO2-uitstoot, ook zijn deze huishoudens met zo’n hybride warmtepomp al voorbereid op meerdere duurzame alternatieven voor aardgas. Op die manier hoeven ze niet af te wachten voor welke oplossing(en) hun gemeente kiest om aardgasvrij te worden en lopen ze niet het risico onrendabele investeringen te doen. Dat komt het draagvlak ten goede. 

Peter Vermaat, CEO van Enexis, pleitte in een interview met het FD (14/11) zelfs voor een verbod op cv-ketels – niet meteen, maar ergens in de toekomst – om huishoudens aan te moedigen een hybride warmte­pomp aan te schaffen. “Hybride warmte­pompen hoeven geen tussen­vorm te zijn. Dit kan ook de eindoplossing worden. Bovendien: een monteur is in een paar uur klaar. Het is een kleine klus. En als de producenten echt op grote schaal pompen kunnen leveren, zal ook het kostennadeel verdwijnen”, aldus Vermaat in het FD. Ook wees hij erop dat bij een oplossingsrichting met hybride warmtepompen het gasnet gewoon z’n functie behoudt en niet afgeschreven hoeft te worden. “Als netbeheerder zijn wij van en voor de burgers. De kosten die we gaan maken, komen ook bij de burgers. Dus moeten wij ons afvragen: wat is verstandig?”, aldus Vermaat.