Uit Net NL#33: Regie energie-data nu echt bij de klant

Netbeheerders stopten vorig jaar noodgedwongen de levering van klantdata aan leveranciers voor een ‘Aanbod op Maat’, nadat het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelde dat de Informatiecode elektriciteit en gas geen grondslag biedt voor de uitwisseling van consumentengegevens in de energiesector. Een nieuw afsprakenstelsel voor uitwisseling van energiedata is – al langer – in de maak.

placeholder

Netbeheerders stopten vorig jaar noodgedwongen de levering van klantdata aan leveranciers voor een ‘Aanbod op Maat’, nadat het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelde dat de Informatiecode elektriciteit en gas geen grondslag biedt voor de uitwisseling van consumentengegevens in de energiesector. Een nieuw afsprakenstelsel voor uitwisseling van energiedata is – al langer – in de maak.

01_regie-energiedata_nr33_1600x768-346

De Informatiecode die het CBb in januari 2020 verwierp, is een wettelijke regeling voor gegevensverwerking door leveranciers, programmaverantwoordelijke partijen, meetbedrijven en transporteurs van gas en elektriciteit. Het CBb oordeelde echter dat toestemming van de klant vereist is om klantdata uit te wisselen. Al vóór de CBb-uitspraak waren netbeheerders en marktpartijen in gesprek over de vraag hoe klanttoestemming goed geregeld kan worden, uiteraard met inachtneming van de privacywetgeving. In het Energieakkoord is namelijk afgesproken dat netbeheerders actief informatie delen die nuttig is voor de energietransitie, want dat geeft nieuwe mogelijkheden om energie te besparen. De scope van het ‘nieuwe’ afsprakenstelsel is dus breder dan alleen het proces voor een Aanbod op Maat: het omvat de bestaande markt- en andere datadeelprocessen.

Data zijn het nieuwe goud, en energiedata lijken soms waardevoller dan de energie waarover ze informatie dragen. Een nieuw afsprakenstelsel voor energiedata rechtvaardigt dan ook een back-to-basics-vragenvuur: over welke data hebben we het? Waarvoor zijn die toepasbaar, nu en in de toekomst? Welke partijen hebben interesse in deze data? Hoe worden ze beheerd en uitgewisseld? Wie heeft daarbij de regie en hoe is de privacy van klanten gewaarborgd? Net NL legde die vragen (en meer) voor aan experts en betrokkenen bij het nieuwe afsprakenstelsel: Marijn Artz (Bestuurssecretaris & Verenigingszaken, Netbeheer Nederland), Klaas Hommes (Business Developer bij System Operations van TenneT) en Bas de Vrind (teamleider Data Delen bij Liander).

Over welke data gaat het nieuw in te richten afsprakenstelsel voor energiedata?

Klaas Hommes: “Het gaat om meterstanden, jaarverbruiken en om informatie van de aansluiting: wat is het vermogen, wat is de teruglevercapaciteit, liggen er zonnepanelen, is er een elektrische auto? De contractgegevens zijn ook van belang: wanneer loopt het af en wie sluit het contract?”

Waarvoor zijn de data bruikbaar, voor wie zijn ze interessant?

Klaas Hommes: “Dienstenaanbieders zoals online prijsvergelijkers, bedrijven die adviseren over isolatie, over besparing op energie, over het plaatsen van zonnepanelen. En bedrijven die flexproducten bedenken; bij de ontwik-keling van nieuwe producten worden data steeds belangrijker. Er is een scala aan producten die je op basis van energiedata kunt gaan leveren – inclusief de zaken die we nu hier niet bedenken, de echte innovaties.”

Marijn Artz: “Het is overigens niet zo dat we nu al over al die data beschikken. Netbeheerders schatten het verbruik van kleinverbruikers in met behulp van profielen – typen huishoudens met een vergelijkbaar energieverbruik. Het werkelijk verbruik werd jaarlijks afgelezen in de meterkast en vervolgens verrekend, een administratief systeem dat van schatting tot afrekenen zomaar twee jaar beliep. Nu de slimme meter in bijna alle huishoudens is geplaatst, zijn de meterstanden veel sneller beschikbaar. Met die data kunnen netbeheerders zowel de afrekening als de prognose voor het verbruik veel preciezer en sneller maken. Daaraan werken we samen met marktpartijen in project Allocatie 2.0.”

Bij de ontwikkeling van innovaties en nieuwe producten worden data steeds belangrijker

Waarom zijn data van belang voor netbeheerders?

Marijn Artz: “Accurate data zijn voor netbeheerders van belang bij het aanleggen, beheren en onderhouden van hun netten en het balanceren van vraag en aanbod en bij hun taak om de markt te faciliteren. Partijen die dat wensen, moeten toegang kunnen krijgen tot het energiesysteem. Data zijn daarbij vaak onmisbaar. Inzicht in het verbruik is voor een installateur van zonnepanelen bijvoorbeeld nuttig om te bepalen hoeveel zonnepanelen het beste geplaatst kunnen worden op een woning.”

Klaas Hommes: “We zien dat ook kleinere aansluitingen steeds meer flexibiliteit bieden en daarmee actief onderdeel zijn van het systeem. TenneT heeft voor de balanshandhaving ook kleinverbruikers nodig. Klanten met een elektrische auto stellen flexibiliteit doorgaans beschikbaar via een aggregator, maar TenneT wil wel graag weten of er echt geleverd is. Daarvoor moeten we soms de data zien, ook van de individuele aansluiting.”

Groen lenen dankzij data

Crosssectoraal energiedata delen staat volop in de belangstelling. ‘Groene Leningen’ is een van de use cases waarbij die uitwisseling dit jaar in de praktijk getoetst gaat worden. Binnen de Data Sharing Coalition, een initiatief van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, vonden het Hypotheken Data Netwerk en Netbeheer Nederland elkaar voor deze proef. De consument die eenmalig zijn energiedata deelt, kan ondersteuning krijgen bij het verduurzamen van zijn huis – een advies, een gunstige ‘groene lening’ voor investeringen als isolatie of zonnepanelen. Meer hierover is te vinden op de nieuwspagina van netbeheernederland.nl.

Hoe is het delen van energiedata nu georganiseerd?

Marijn Artz:“De data zijn beschikbaar volgens de regels van de Informatiecode en volgens afspraken die we vastleggen binnen de NEDU, de Vereniging Nederlands EnergieDataUitwisseling. Maar het lidmaatschap van de NEDU is beperkt tot de partijen die betrokken zijn bij het berekenen en verrekenen van de energiestromen: netbeheerders, meetbedrijven, programmaverantwoordelijken en leveranciers.”

Welke veranderingen zijn daarin nodig?

Klaas Hommes: “Cruciaal is dat de klant de regie krijgt over het gebruik van zijn energiedata. Data worden alleen nog gedeeld als het essentieel is voor de werking van het energiesysteem (wettelijke basis) en daarvoor geldt strikte regelgeving. In alle andere gevallen moet de klant nadrukkelijk toestemming geven voor het uitwisselen van data. Die werkwijze verankeren we in een stelsel met gedegen afspraken, zodat klanten samen met dienstaanbieders de data kunnen benutten die nodig zijn voor nieuwe diensten.”

Marijn Artz: “Nieuw is ook dat we dit proces nu met de hele sector ontwikkelen – prijsvergelijkers, installateurs, de Consumentenbond, we willen dit echt samen doen. Uiteraard zijn ook de huidige spelers in de energiebranche aangesloten, net als toezichthouders zoals de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Verder praten consumenten en marktpartijen, die voorheen geen stem hadden in het afsprakenstelsel, nu wél mee. Afgelopen jaar hebben we gezamenlijk bepaald welke governance we gaan hanteren en hoe we het afsprakenstelsel verder invullen.”

Hoe ziet de datamanagement-organisatie er dan straks uit?

Klaas Hommes: “Het afsprakenstelsel wordt beheerd door een nieuwe partij die we nu even BAS noemen, Beheer AfsprakenStelsel. BAS wordt gerund door de gezamenlijke netbeheerders. Daarnaast komt er een marktfaciliteringsforum – werknaam MFF – met alle partijen die belang hebben bij de data. In dat forum komen we samen, leggen we gezamenlijk de regels vast en passen we ze aan als daar overeenstemming over is. Deze nieuwe organisatie wordt nu formeel-juridisch vastgelegd. In de loop van dit jaar gaan we over van NEDU naar BAS en MFF. NEDU wordt daarmee opgeheven.

Het afsprakenstelsel, de ontwikkeling en het beheer ervan organiseren we hiermee dus anders. Dit platform is geen uitwisselingsentiteit, maar brengt vragers en aanbieders bij elkaar. De netbeheerdersdata staan opgeslagen bij de EDSN (Energie Data Service Nederland, red.) en elke aanbieder van informatie blijft eigenaar van die data. Data zijn beschikbaar tegen dezelfde spelregels voor alle partijen: tegen de afspraken die gemaakt worden met alle partijen gezamenlijk.” 

Is het in de praktijk lastig om de klant de regie te geven over zijn gegevens?

Bas de Vrind: “We moeten daarvoor online vaststellen over welke data de klant zeggenschap heeft. Hiervoor moet een klant z’n relatie met een aansluiting aantonen, met adresgegevens die gekoppeld zijn aan identificatiemiddelen. Dit gaat vooralsnog vooral over woningen en bedrijfspanden, maar in de toekomst moeten ook data vanuit andere fysieke objecten kunnen worden ontsloten, zoals laadpalen en een dak met zonnepanelen. Zakelijke gebruikers kunnen zich identificeren met eHerkenning, een soort DigiD voor zakelijke partijen, gekoppeld aan een KVK-nummer. In het KVK-register kunnen netbeheerders zien voor welke panden het mandaat van de ondernemer geldt. Voor consumenten gebruiken we iDIN, het identificatiesysteem van de banken. Het proces is vergelijkbaar met iDEAL, alleen maak je geen geld over, maar deel je je persoonsgegevens zoals bekend bij de bank.”

Waarom wordt DigiD niet ingezet?

Bas de Vrind: “Het zou erg helpen als we overheidsmiddelen zoals DigiD kunnen benutten. Zo is bijvoorbeeld de Basisregistratie Personen (BRP) een heel betrouwbaar register voor adressen van mensen. Toegang tot dit register kan het vaststellen van de relatie met een aansluiting een stuk makkelijker maken. Maar het ministerie van Binnenlandse Zaken kijkt momenteel nog naar beleid voor de inzet van DigiD voor nieuwe (private) partijen. Op dit moment is er helaas geen middel beschikbaar dat perfect aansluit op alle denkbare situaties.”

Consumenten en marktpartijen hadden voorheen geen stem in de afspraken, maar praten nu wél mee

Hoe zien die ‘vele denkbare situaties’ er dan uit?

Bas de Vrind: “Een consument of een zakelijke klant kan toestemming geven voor het delen van zijn data met een bepaalde partij en voor een bepaald doel. Hij kan die toestemming ook weer intrekken en inzien wie zijn data uitleest.

Toestemming voor delen van verbruiksdata uit de slimme meter moet bijvoorbeeld vervallen als de bewoner verhuist. De relatie met de aansluiting moet verbroken worden en de nieuwe bewoner moet vervolgens aantonen dat hij nu zeggenschap heeft over de data van dat pand. En zo zijn er legio situaties waarin we steeds glashelder moeten vastleggen wie zeggenschap heeft: vakantiehuizen, tweede huizen, panden die verhuurd worden, zoals studentenhuizen. Het uitgangspunt dat wij hanteren, is dat degenen die de data genereren, deze data kunnen delen. Bewoners van een woning kunnen dus de verbruiksdata delen, ook al staat het energiecontract op de naam van de verhuurder.”

Uiteindelijk is de klant echt in control?

Bas de Vrind: “Jazeker, maar het is een complexe opdracht. Privacy is een recht en data delen is ook een recht. Het moet dus simpel zijn om data te delen als je dat wilt, en bij alle situaties moeten er erg goede privacywaarborgen zijn. Net als bij het afrekenen in een webshop willen we klanten meerdere middelen aanbieden. Zo heeft de klant keuzevrijheid om de methode te kiezen die past bij zijn situatie. Want een consument wil – terecht – privacy, maar zeker ook de mogelijkheid om op een eenvoudige manier data te delen.”

NWO-beurs voor MegaMind

Medio maart kende wetenschaps­financier NWO een Perspectiefbeurs van 22 miljoen euro toe aan netbeheer-onderzoeksprogramma MegaMind. Dat staat voor Measuring, Gathering, Mining and Integrating Data for Self-management in the Edge of the Electricity System en moet leiden tot nieuwe manieren waarop lokale energiesystemen zichzelf kunnen managen.

Bij het onderzoeksprogramma zijn vier universiteiten betrokken (TU/e, TU Delft, Tilburg University, UTwente) en vier netbeheerders (Enexis, Liander, Stedin en TenneT). Onderzoeksleider is TU/e-professor Koen Kok. “Bij netbeheer gaat het om een uiterst complex systeem, zowel qua structuur als wat betreft de hoeveelheid data die erin omgaan. We zien dan ook bij de netbeheerders een grote behoefte aan nieuwe oplossingen op het gebied van technologie en regelgeving”, aldus Kok.

MegaMind kent drie hoofdthema’s. Bij het eerste thema bekijken de onderzoekers hoe lokaal beschikbare data uitgewisseld en ingezet kunnen worden voor het monitoren van het elektriciteitsnetwerk. Ze ontwikkelen daarvoor nieuwe gedistribueerde Artifical Intelligence-technieken die lokaal de staat van het netwerk (stromen, spanningen) in kaart brengen en voorspellen. Het tweede thema onderzoekt hoe de lokale vraag en aanbod van elektriciteit via geautomatiseerde besluitvorming en zelfmanagement kan worden afgestemd op de beschikbare netwerkcapaciteit en de beschikbaarheid van (groene) stroom uit hogere delen van het netwerk. Het derde thema draait om de technische en juridische aspecten van data delen. Meer over MegaMind is te vinden op TUe.nl.