Oplossing voor netcongestie in Noord-Brabant en Limburg

Door het slim toepassen van congestiemanagement (spitsmijden) kan het hoogspanningsnet in Noord-Brabant en Limburg vanaf december intensiever worden benut. Er komt dan 1700 megawatt aan extra ruimte beschikbaar, vergelijkbaar met 10 keer de stad Maastricht. Dit biedt ruimte aan grootverbruikers die een aansluiting willen. Daarnaast kan een aantal wind- en zonneparken worden aangesloten. Dat zijn de conclusies van een onderzoek dat de landelijke netbeheerder TenneT de afgelopen maanden heeft uitgevoerd.

placeholder

In juni werd bekend dat het net in de provincies Noord-Brabant en Limburg geen nieuwe aansluitingen kon verwerken, zowel voor grootschalige afname als het opwekken van elektriciteit. Het net bereikte de grenzen van de capaciteit.

TenneT en Enexis hebben de afgelopen maanden gezocht naar mogelijkheden om congestiemanagement toe te kunnen passen. Dit is vergelijkbaar met het systeem van ‘spitsmijden’; er wordt aan gebruikers van het net gevraagd om tegen een vergoeding op drukke momenten het net te ontlasten, zodat er ruimte ontstaat voor nieuwe aansluitingen.

Uit de onderzoeken blijkt dat met behulp van dit systeem extra ruimte is in beide provincies, zowel voor grootverbruikers als voor producenten van duurzame energie. In totaal komt er circa 1700 megawatt extra capaciteit beschikbaar op het elektriciteitsnet. Hierdoor kunnen bestaande aansluitingen op verzoek worden uitgebreid, is er ruimte voor nieuwe aansluitingen én blijft de leveringszekerheid van het net onverminderd hoog.

Netcongestie is niet zomaar weg

De elektrificatie van de samenleving is in een stroomversnelling terecht gekomen en dat maakt ook dat er nog altijd veel nieuwe aansluitingen op het elektriciteitsnet worden gevraagd. Ook met congestiemanagement echter, is het niet de vraag óf het net weer volraakt, maar wel waar en wanneer dat weer gebeurt. Hans-Peter Oskam, directeur Beleid & Energietransitie bij Netbeheer Nederland: ‘De tijd van onbeperkte ruimte op het net is voorbij en komt nooit meer terug. We moeten nadenken over slimmer gebruikt van het huidige net, terwijl we ook werken aan verzwaring. We staan aan de vooravond van een nieuwe tijd, waarbij er vooral ruimte is voor partijen die slim willen omgaan met die elektriciteitsaansluiting.’

Netbeheerders kampen met gebrek aan personeel en materialen en de doorlooptijden van uitbreidingsprojecten zijn lang. ‘We moeten daarom ook met elkaar bekijken hoe we het aanbod van elektriciteit beter in balans kunnen brengen met de vraag naar elektriciteit. We moeten voorkomen dat het elektriciteitsnet steeds weer op slot moet en onze groei- en duurzaamheidsambities in de weg staat.’

Speciale taskforce kijkt naar verdere oplossingen

Naar aanleiding van de ontwikkelingen in Noord-Brabant en Limburg is er door de provincies en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ook een taskforce in het leven geroepen onder leiding van speciaal coördinator Ben Voorhorst om te kijken hoe de komende jaren de schaarste op het net verder kan worden geminimaliseerd. Dit is noodzakelijk omdat de uitbreiding van het elektriciteitsnet het tempo van de vraag niet kan bijhouden.

De Taskforce heeft een plan van aanpak opgesteld met de volgende vier speerpunten: slimmer en optimaler gebruik van het net, versnellen realisatie netuitbreidingen, voorspellen en programmeren, en communicatie en educatie.

€2 miljard investeringen in het net

Om de capaciteit op het net te structureel vergroten, investeert TenneT de komende tien jaar circa twee miljard euro in beide provincies. Hiervoor wordt de capaciteit op sommige plekken verdrievoudigd. TenneT voert 30 grote projecten uit, waarvan er momenteel al 10 in uitvoering zijn. Voor een aantal cruciale projecten kijkt TenneT momenteel, in samenwerking met betrokken gemeentes en provincies naar de mogelijkheden om deze te versnellen.

Ook Enexis Netbeheer blijft de komende jaren investeren om de middenspanningsnetten gereed te maken voor het energiesysteem van de toekomst. De komende tien jaar gaat het bedrijf in Brabant en Limburg 57 (van de zestig) stations verzwaren en vijf nieuwe hoogspannings- en middenspanningsstations bouwen.