Uit Net NL #43: Uitvoerings-akkoord: sneller meters maken

Medio juni sloten de netbeheerders en de bouwende partijen een Uitvoeringsakkoord om de verzwaring van laag- en middenspanningsnetten te versnellen. Anders en intensiever samenwerken moet helpen om daar zowel figuurlijk als letterlijk sneller meters mee te maken.

net_nl_nr43 artikel uitvoeringsakkoord

Martha van den Hengel (Netbeheer Nederland) en Harold Lever (Bouwend Nederland)

Afgelopen najaar werd de Nationale Uitvoeringsagenda voor de Regionale Energie-infrastructuur gepresenteerd, in essentie omdat voor de benodigde verzwaring van de regionale energie-infrastructuur (lees: laag- en middenspanningsnetten) op een fundamenteel andere manier samengewerkt moet worden. Netbeheerders, bouwbedrijven, overheden, consumentenverenigingen en energiebedrijven zijn met elkaar in gesprek gegaan over hoe ze die versnelling kunnen bereiken.

Het medio juni gepresenteerde Uitvoeringsakkoord vloeit daaruit voort. Het is een overeenkomst tussen drie partijen met spilfuncties in de regionale energie-infrastructuur: de installatiebedrijven, de aannemers die de benodigde ondergrondse netinfrastructuur en de aansluitingen realiseren, plus de bij wet aangewezen beheerders van de laag- en middenspanningsnetten, de regionale netbedrijven. Voor het Uitvoeringsakkoord werden ze vertegenwoordigd door respectievelijk Techniek Nederland, Bouwend Nederland en Netbeheer Nederland. NetNL sprak met de twee laatstgenoemden, in de persoon van Harold Lever en Martha van den Hengel (zie ook onderaan).

Van vitaal belang

Het ‘waarom’ van het Uitvoeringsakkoord is glashelder. Van den Hengel: “Voor de Nederlandse samenleving, economie en niet te vergeten klimaatdoelen is het van vitaal belang dat we de elektriciteitsnetten veel sneller kunnen verzwaren, en dat alle woningen, bedrijven en bouwlocaties daar snel en soepel op aangesloten kunnen worden. Dat is een ongekend forse opgave. En die is simpelweg niet haalbaar als we vasthouden aan de huidige gang van zaken.” Lever vult aan: “Allerlei randvoorwaarden en voorschriften zetten de rem op het tempo dat eigenlijk nodig is. Dus we moeten echt heel anders gaan werken.”

Precies daarover gaat het Uitvoeringsakkoord, dat een ideaalbeeld van het elektriciteitsnet in 2034 als vertrekpunt nam. Lever: “Zo’n stip op de horizon is fijn. Maar het spannende is natuurlijk om dat te vertalen naar acties in het hier en nu. Dan wordt het soms best ingewikkeld, temeer omdat netbeheerders en de uitvoerenden tot nu toe vaak samenwerkten volgens het klassieke patroon van opdrachtgever/opdrachtnemer. Maar de vraag is: hoe brengen we de samenwerking sámen een stap verder? Dat vraagt om gelijkwaardig partnerschap.”

Geoliede machine

Het Uitvoeringsakkoord geeft richting aan die samenwerking, zodat netbeheerders, bouwers en installateurs een geoliede uitvoeringsmachine worden – waarbij het werk van de ene partij vloeiend overgaat in dat van de ander. Een van de afspraken is bijvoorbeeld dat de partijen bij voorkeur langdurige contracten aangaan met elkaar voor een bepaald gebied. Ook is afgesproken dat er altijd voldoende voorraad aan concrete, uitvoeringsklare opdrachten op de plank ligt. Want hoe meer garanties over volume en continuïteit van het werk, hoe kleiner de (financiële) bedrijfsrisico’s voor de technische partners – en hoe lager de drempel om te investeren in extra mensen en materialen. Een ander voorbeeld is de wens om in de uitvoeringsfase administratieve en/of fysieke controles zo veel mogelijk te vermijden, maar te werken op basis van vertrouwen. “Knelpunten kunnen ook worden opgelost zonder tijdrovende procedures”, aldus Van den Hengel.

Lever is optimistisch over het versnellende effect van de afspraken. Tegelijkertijd benadrukt hij dat de samenleving enige concessies zal moeten accepteren – net zoals destijds bij de uitrol van glasvezel. “Dat verliep niet altijd even perfect, maar er zat wél tempo in. En daardoor kon Nederland massaal Teams en Zoom gaan gebruiken toen corona kwam”, duidt hij. Rond de netverzwaringsoperatie noemt hij bijvoorbeeld dat Nederland moet incalculeren dat netdelen vaker even worden uitgeschakeld bij werkzaamheden. “Klanten kunnen dan wat vaker ongemakken ervaren, maar met tijdige aankondigingen valt daar goed op te anticiperen. En de reden dat we het doen, is dat monteurs zo veiliger en sneller kunnen werken. Het proces wordt er efficiënter op en ook kunnen we het vak dan sneller leren aan meer nieuwe mensen. Al met al kan spanningsloos werken een enorme versnelling opleveren.”

Eén verhaal

Als NetNL tot slot vraagt naar draagvlak, zegt Van den Hengel: “Mensen meekrijgen is een van de meest moeilijke zaken van het werk van Harold en mij. Met zo veel belangen is het best complex om alle kikkers in een kruiwagen te krijgen en daarmee de juiste kant op te rijden. Maar het is ook heel gaaf als het lukt! De laatste jaren zie ik dat de intrinsieke motivatie van alle partijen steeds meer opschuift naar dat gemeenschappelijke doel. Lever beaamt dat: “Langetermijnvisie en realiteit worden steeds meer één verhaal. De wil om te veranderen is er. En langzamerhand krijgen we ook hetzelfde beeld over wat effectief is. Die lange termijn, die begint nu.”

Harold Lever is namens Bouwend Nederland betrokken bij het Uitvoeringsakkoord. Hij is daar voorzitter van de vakgroep Ondergrondse Netwerken en Grondwaterbeheer, een rol die hij al sinds 2017 vervult. Martha van den Hengel zit aan tafel namens Netbeheer Nederland, waar ze werkt als themalead Realisatie. Lever en Van den Hengel werken ook nauw samen aan Mensen Maken de Transitie (MMT), een meerjarig programma waarin acht verschillende partijen – waaronder de netbeheerders en Bouwend Nederland – de krachten bundelen voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving.

Wij gebruiken cookies

Wij plaatsen cookies voor de werking en verbetering van deze website. Mogen wij extra cookies plaatsen voor het afspelen van video’s, delen-op-social-media en om onze campagnes te meten? Lees meer