Slim netgebruik op elke trede van de zonneladder

Op 6 juli stuurde minister Jetten zijn tweede ‘Zonnebrief’ aan de tweede kamer. De komende decennia moeten de netbeheerders twee tot vier keer zoveel werkzaamheden uitvoeren om het net uit te breiden als in het afgelopen decennium. De netbeheerders kunnen echter niet alle werkzaamheden op het gewenste moment uitvoeren, bijvoorbeeld vanwege gebrek aan (technisch) personeel, ruimte, materiaal en doorlooptijden van procedures. Daarom is het essentieel dat bij het uitwerken van stimuleren van de zonneladder de randvoorwaarde van elektriciteitsinfrastructuur ook wordt meegenomen.

foto_congestiemanagement_2-1527-1664

Zon-pv heeft een relatief grote impact op het net omdat alle zonne-installaties op hetzelfde moment hun elektriciteit leveren; namelijk op zonnige dagen rond het middaguur. Netbeheerders dimensioneren het net op de levering tijdens dit piekmoment, terwijl er op andere momenten nog genoeg capaciteit is op het net. Door opwek direct te koppelen aan verbruik op dezelfde locatie, wordt voorkomen dat de elektriciteit over het net getransporteerd moet worden en dat congestie optreedt. Ditzelfde positieve effect heeft curtailen: het aftoppen van de pieken dat de grens van het bestaande netwerk minder snel wordt bereikt en zon op daken van bedrijfsgebouwen waar veel stroom wordt verbruik rond het middaguur. Wanneer het echter een dak betreft van een distributiecentrum zonder veel verbruik, dan is dit bijna net zo moeilijk inpasbaar als een project op land.

Daarom is door het Landelijk Actieteam Netcongestie (LAN) aan CE Delft gevraagd om onderzoek te doen naar de huidige effecten van zon op het stroomnet en om te onderzoeken welke aanpassingen in de SDE++ er eventueel nodig zijn om toch aangesloten te kunnen worden aangesloten op het net. Dit zijn voorwaarden die gelden voor alle zon-pv-projecten, zowel voor projecten met een SDE++ subsidie of voor projecten die meer verplicht worden door de normering zon op dag. Dit is dus ongeacht welke trede van de zonnelader deze projecten staan. Publicatie van dit onderzoek volgt binnenkort.

Maatregelen die helpen om netcongestie te verminderen zijn:

  • Verplicht aftoppen van zon-PV. In de SDE++ is dit al gesteld op 50%. Voor andere projecten geldt deze verplichting nog niet. CE Delft heeft onderzocht dat dit nog beter kan door een gedeeltelijke non-firm ATO te verplichten.
  • Het plaatsen van een batterij met uitgestelde levering
  • Het direct koppelen van opwek bij verbruik.

Extra aandacht ruimtelijke inpassing elektriciteitsinfrastructuur

Wanneer vraag en aanbod niet geclusterd worden en het piekaanbod niet wordt beperkt, is de vraag naar elektriciteitsinfrastructuur veel groter. Deze infrastructuur heeft bovengronds met Hoog-, Midden- en laagspanningsstations ook een grote impact op ruimte en dus ons landschap. Daarnaast moeten deze stations steeds vaker geplaatst worden in al bebouwde omgeving waardoor er nauwelijks ruimte is voor deze extra ruimte vraag. Bijkomend voordeel van bovenstaande maatregelen is dus het verkleinen van deze ruimtelijke impact.

Daarnaast is het dus van belang dat bij het ruimtelijk inpassen van productie-installaties zon ook de inpassing van de elektriciteitsinfrastructuur wordt meegenomen. Dit is op dit moment niet overal een gegeven. Hierdoor loopt de bouw van een aantal stations vertraging op waardoor zonprojecten die ‘al klaar liggen’ maar niet kunnen worden aangesloten. Provincies en gemeenten zullen ook deze bestemmingen mee moeten nemen in omgevingsverordeningen.

Wij gebruiken cookies

Wij plaatsen cookies voor de werking en verbetering van deze website. Mogen wij extra cookies plaatsen voor het afspelen van video’s, delen-op-social-media en om onze campagnes te meten? Lees meer