SDE++: ook in 2023 veel aanvragen voor zonnestroom, voorwaarden voor lagere netimpact nodig

Regionale netbeheerders hebben bij de najaarsronde 2023 van de SDE++ subsidieregeling opnieuw transportindicaties afgegeven over de te verwachten netcapaciteit op de verschillende locaties in hun werkgebied. In totaal kregen de netbeheerders 2131 aanvragen voor netcapaciteit voor de productie van duurzame energie binnen, en zijn er 1841 transportindicaties verstrekt. In september 2024 wordt de SDE++ opnieuw opengesteld.

placeholder

Het aantal aanvragen én het aantal verstrekte transportindicaties is daarmee minder dan de aantallen van het jaar ervoor, maar is nog altijd fors. Netbeheerders hebben te maken met lange wachtlijsten voor grootschalige opweklocaties, maar kunnen desondanks een aanvraag tot transportindicatie pas weigeren als het gebied ‘op rood’ staat én de verwachte capaciteitsuitbreiding niet binnen de verplichte realisatietermijn van het project valt.

2023:

Netbeheerder

Aantal aangevraagde transportindicaties

Afgegeven

Niet afgegeven

Coteq

22

22

0

Enexis Netbeheer

946

881

65

Liander

523

404

119

RENDO

4

4

0

Stedin

598

491

107

Westland Infra

39

39

0

Totaal

2132

1841

291

Subsidieregeling is van invloed op drukte op de netten

De SDE-regeling is heel succesvol  gebleken in het stimuleren van duurzame opwek. De SDE++ financiert een groot gedeelte van de duurzame energieprojecten in Nederland. Veel van deze projecten resulteren in meer elektriciteitsproductie of -afname en daardoor heeft de SDE++ een directe invloed op het ontstaan van netcongestie in diverse gebieden.

In de afgelopen jaren zijn er veel nieuwe zonneparken aangesloten op het net. Deze leveren op zonnige dagen veel elektriciteit dat moet worden getransporteerd. Het gevolg van het aansluiten van veel van deze nieuwe zonne- en andere installaties is dat de elektriciteitsnetten vol raken en dat er wachtlijsten ontstaan. Netbeheerders zien daarom graag aanvullende voorwaarden bij de SDE++ om de impact op de elektriciteitsnetten te minimaliseren. Want het wordt steeds belangrijker om productie, verbruik en netcapaciteit goed op elkaar te laten aansluiten – wat betreft plaats en tijd.

Onderzoek naar effecten en aanpassingen SDE++

Het in december 2022 gepresenteerde Landelijk Actieprogramma Netcapaciteit onderschrijft deze gedachte. Daarom is aan CE Delft gevraagd om onderzoek te doen naar de huidige effecten van deze subsidie, en om te onderzoeken welke aanpassingen er eventueel nodig zijn zodat zonneparken toch gebruik kunnen maken van SDE++ en mogelijk kunnen worden aangesloten op het net.

Flexibele contracten geven meer zekerheid

Om de netimpact van zon-pv-projecten significant te verlagen, zijn volgens CE Delft aanpassingen in de algemene voorwaarden het meest kansrijk. Dit zijn voorwaarden die gelden voor alle zon-pv-projecten en waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor de SDE++. CE Delft adviseert onder andere een verplichting van gedeeltelijke non-firm-ATO (NFA) of capaciteitsbeperkingscontract (CBC): Een verplichting voor een van deze contracten met flexibele transportcapaciteit kan ervoor zorgen dat de netimpact met meer zekerheid wordt verminderd.

Netbeheerders zouden daarom graag zien dat zij zonneparken standaard een flexibel contract kunnen aanbieden, waarbij 30-40% invoeding gegarandeerd is. Wanneer de netten het toelaten zal dit percentage mettertijd verder oplopen. Dit biedt uitbaters van zonneparken een minimale gegarandeerde invoeding, met het uitzicht op meer.

Om deze aanbeveling voor de openstelling in 2024 mee te nemen is niet haalbaar maar wordt verder onderzocht voor de volgende SDE ronde in 2025. Wat Netbeheer Nederland betreft, wordt deze flexibiliteit zo snel mogelijk als voorwaarde meegenomen in de regeling.

Aanpassingen SDE++ op basis van rapport

De minister heeft in deze ronde van de SDE de aanbevelingen voor het toevoegen van een aparte techniekcategorie voor warmteopslag en procesgeïntegreerde warmtepompen wel overgenomen. Hogetemperatuur warmteopslag kan meer flexibiliteit mogelijk maken doordat de elektrische boilers of warmtepompen niet continu elektriciteit hoeven vragen omdat er voldoende warmte in de opslag zit. Procesgeïntegreerde warmtepompen zijn energie-efficiënt en kennen dus een veel lagere netimpact voor de benodigde warmte, door toevoeging van deze techniekcategorie worden ook deze warmtepompen gestimuleerd.