Samenwerken aan warmte: lokale initiatieven wachten op landelijke richting
Morgen is een belangrijke dag. Dan komt minister Hermans van Klimaat en Groene Groei met een nieuwe Kamerbrief over de Wet collectieve warmte. De nieuwe warmtewet is belangrijk omdat het een van de cruciale randvoorwaarden is om de warmtetransitie weer op gang te krijgen. Netwerkbedrijven zijn bereid om vanuit hun kennis van het energiesysteem hun rol te spelen, maar daarvoor moeten de randvoorwaarden wel op orde zijn.

Het momentum voor de warmtetransitie groeit: overal in Nederland nemen partijen gezamenlijk verantwoordelijkheid. Zo zijn er intentieverklaringen door heel Nederland getekend. In Amsterdam, de Leidse Regio, Drenthe en Overijssel, Oostland en Zuid-Limburg zijn intentieverklaringen ondertekend om te komen tot betrouwbare, duurzame en betaalbare warmte van eigen bodem. Ook netwerkbedrijven hebben deze initiatieven ondertekend.
Deze lokale initiatieven sorteren nadrukkelijk voor op de nieuwe warmtewet en maken duidelijk dat er behoefte is aan heldere spelregels en voldoende uitvoeringskracht. Want als de warmtemarkt de komende jaren flink groeit, is samenwerking essentieel. In Veenendaal laat Veenwarmte (voor 51% eigendom van de gemeente Veenendaal en voor 49% eigendom van het private Warmtebedrijf Veenendaal/EvE) zien dat dit kan. Hier werken publieke en private partijen samen aan een warmtenet met publieke regie.
Duidelijke samenhang nodig voor schaalvoordelen
Gemeenten en hun partners tonen met deze initiatieven dat ze verantwoordelijkheid willen nemen voor de toekomstige warmtevoorziening. Daarmee groeit het maatschappelijk draagvlak. De uitdaging zit vooral in het opschalen van deze initiatieven, zodat meer woningen sneller kunnen worden aangesloten op warmte van eigen bodem. Lokale initiatieven vormen een belangrijke basis, maar er is duidelijke samenhang nodig om te kunnen profiteren van de schaalvoordelen.
Door lokaal opgedane kennis en ervaring slim te bundelen, kunnen we sneller opschalen en de kosten beheersbaar houden. Dat vraagt om partijen die de juiste expertise meebrengen én bereid zijn die collectief in te zetten. In het begin kan een warmteservicebedrijf een sleutelrol vervullen. Door kennis en expertise in een warmteservicebedrijf te bundelen, dalen de kosten voor huishoudens, krijgen warmtebedrijven meer uitvoeringskracht en bouwen we gezamenlijk een toekomstbestendige warmte-infrastructuur voor Nederland.
Netwerkbedrijven zijn onmisbare partners
Lokale overheden staan klaar om hun regierol te pakken en hebben daar de juiste partners bij nodig. Netwerkbedrijven zijn hiervoor onmisbare partners. Wij hebben jarenlange ervaring in het ontwikkelen en beheren van energie-infrastructuur. Dit doen we altijd al in samenwerking met gemeenten.
Binnen de bestaande groepsstructuur kunnen wij zorgen voor samenhang tussen elektriciteit, gas en warmte. Die integrale benadering is cruciaal voor de keuzes die we moeten maken over onze ruimtelijke ordening en benodigde netcapaciteit. Dat is belangrijk omdat netwerkbedrijven op die manier de groeiende elektriciteitsvraag kunnen afremmen en ook gerichter kunnen investeren in het elektriciteitsnet. Zo houden we ons energiesysteem betaalbaar.
Daarbij is de rolverdeling helder: warmteactiviteiten worden uitgevoerd door het netwerkbedrijf. Niet door de netbeheerder. De samenwerking is strikt afgebakend, waarin de scheiding tussen netbeheerder en netwerkbedrijf juridisch en operationeel ondubbelzinnig is vastgelegd. Belangenverstrengeling is daarmee uitgesloten.
Die operationele scheiding betekent ook dat verschillende typen professionals worden ingezet: warmte- en elektriciteitsmonteurs zijn gespecialiseerde vakmensen met verschillende opleidingen, certificeringen en werkvelden. De inzet op warmte staat daarmee los van de capaciteit die nodig is voor het oplossen van knelpunten op het elektriciteitsnet.
Vooruitblik: cruciale weken voor de Warmtewet
Netwerkbedrijven kijken uit naar de Kamerbrief van minister Hermans, waarin de minister – zoals toegezegd tijdens het wetgevingsoverleg van 18 mei – verder in zal gaan op het warmteservicebedrijf. Die brief komt op een goed moment, want volgende week start de plenaire behandeling van de Wet collectieve warmte, op 10 juni. Het vervolgdebat volgt op 19 juni.
Het is van groot belang dat de Wet collectieve warmte nog vóór de zomer behandeld wordt. De wet vormt namelijk één van de randvoorwaarden om de investeringen in de warmtetransitie weer op gang te krijgen.