Reflectie op updates rondom plannen voor zon en wind: hoe houden we de balans?
Voor netbeheer is voorspelbaarheid van de ontwikkeling van zon- en windprojecten van belang. Daarvoor werken netbeheerders samen met gemeenten, regio’s en provincies om inzichtelijk te maken welke projecten op welke locaties worden gerealiseerd, en wanneer. Donderdag 7 december publiceerde het Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën (NP RES) haar foto en een notitie over de conceptnormen voor windturbines. Daarnaast publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) donderdag de voortgangsanalyse monitor RES 2023.

Bij de totstandkoming van de eerder genoemde drie documenten hebben wij als netbeheerders een bijdrage geleverd. Bij de foto van NP RES waren dit de voortgangsgesprekken en de bestuurlijke gesprekken in de RES-regio’s. Onze netimpactanalyses en -rapportages zijn input geweest voor de monitor van PBL. De voorgenomen windnormen zijn besproken in NP RES-verband en op tafel in de RES-regio’s. Omdat we aan alle producten een bijdrage hebben geleverd, herkennen we veel van de punten. Aandacht voor het decentrale energiesysteem zoals dat veelvuldig wordt benoemd is op zijn plaats, maar de schaarste zal daarmee niet op korte termijn opgelost zijn. De zoektocht van het komende jaar zal zijn om vanuit die werkelijkheid relevante inzet te leveren op de regionale vraagstukken.
In deze reactie richten wij ons op vijf punten, die vanuit het perspectief van de netbeheerder, nadruk verdienen. Deze punten benadrukken we, zodat ze in 2024 meegenomen kunnen worden bij het opstellen de Energievisies en de pMIEK’s – en waar relevant ook de herijking van RES 2.0.
- We constateren dat de pijplijn opdroogt, zowel qua planvorming als in de planrealisatie. Het doel van 35 TWh lijkt nog steeds haalbaar, maar het streefdoel van 55 TWh raakt uit zicht. Netcongestie is hierbij deel van het probleem, maar ook politieke keuzes spelen een rol. Er zit speelruimte in het combineren van opwek met vraag of het realiseren van wind en zon op één aansluiting. We zien ook aanvragen voor een aansluiting die buiten de RES-plannen vallen, maar wel vergund worden. We willen onze netuitbreidingen graag baseren op een plan waarbij opwek, vraag en infrastructuur in samenhang zijn ontworpen. Wij willen dit gezamenlijk verder verkennen én uitwerken.
- Door de voorkeursvolgorde zon zal er nog meer aandacht zijn voor zon op daken en gevels. Het verder in beeld brengen waar deze ontwikkelingen landen komt ook aan bod in de programmeertrajecten in regio’s – van belang omdat om veel vermogen met een grote gelijktijdigheid kan gaan. Voor grotere zonneprojecten adviseren wij slimme inpassing qua locatie en tijd: sluit opwek aan bij bestaande of verwachte vraag. De pieken die hiermee niet opgelost worden, kunnen met op curtailment (aftoppen van de pieken) of opslag en conversieworden afgevangen. Daarbij willen we het gesprek over curtailment van kleinschalig zon-op-dak verder voeren. De aanbeveling die we in de tweede editie van onze Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 doen is: pas significante aftopping toe op álle zoncategorieën (zon-op-veld, en kleinschalige en grootschalige zon-op-dak). Door installaties op 50% van de capaciteit aan te sluiten wordt het net efficiënt gebruikt, terwijl het verlies in energieopbrengst beperkt is (+/- 10%). Significante aftopping door structurele curtailment voorkomt desinvesteringen en verbetert de maakbaarheid.
- Het aanscherpen van de normen voor zon (zonneladder) en wind maakt plannen minder haalbaar (of: minder plannen haalbaar) – plannen worden minder (snel) concreter en zekerder en daarmee neemt de voorspelbaarheid van ontwikkelingen af. Het is een risico dat planontwikkeling van bijv. zonneparken blijft liggen omdat gewacht wordt totdat eerst de daken benut zijn. Ook zien we dat het realiseren van een balans tussen zon en wind steeds lastiger wordt. Windmolens bij een bedrijventerrein kan een belangrijk onderdeel van de energiehub zijn. De wind waait vaak als de zon niet schijnt en een evenwichtige verdeling van zon en wind draagt bij een betrouwbaar duurzaam energiesysteem.
- In het energiesysteem van toekomst is sprake van balans tussen vraag en aanbod. Het gaat niet om het nog meer realiseren van duurzame opwek an sich, maar om het realiseren van effectieve opwek. Hierbij is sprake van opwek op een tijd en locatie die bruikbaar is voor de omgeving – al dan niet in combinatie met een buffer, zoals een batterij of warmwateropslag. Op deze manier wordt piekbelasting op het net voorkomen en is de energievoorziening betrouwbaarder. Dit vraagt om een ander manier van kijken, waarbij we vanuit een gezamenlijk toekomstbeeld ontdekken wat er mogelijk en nodig is om de vraag- en opwekdoelen te ondersteunen met infrastructuur.
- De komende jaren investeren de netbeheerders gezamenlijk €8 miljard in de energie-infrastructuur (Netbeheerders presenteren recordplannen en stellen andere aanpak voor - Netbeheer Nederland). Deze investeringen betalen we met elkaar en dus is er een gedeeld belang om deze maatschappelijke kosten goed in te zetten. Daarom is het van belang dat netbeheerders op het juiste moment, op de juiste plek en metde juiste timing het net kunnen verzwaren en zo toekomstbestendig maken. Naast tekort aan vermogen zien we ook steeds meer tekort aan materiaal- en menskracht. Door met elkaar slimme keuzes te maken houden we de energievoorziening betaalbaar, toekomstbestendig en maakbaar.
Voor meer informatie, zie de links hieronder:
- NP RES publiceerde de halfjaarlijkse foto. Deze is dit jaar op een digitaal toegankelijke manier te vinden op de site van NP RES.
En aanvullend op de site van de Helpdesk Wind op land de notitie: Impact milieunormering wind op RES. - Monitor PBL: Het Planbureau voor de Leefomgeving publiceerde vandaag hun monitor RES 2023, deze is op de site van PBL te vinden.
- II3050: Klimaatneutraal energiesysteem is haalbaar als we durven te kiezen - Netbeheer Nederland
- Voorkeursvolgorde zon: Bestuurlijke verankering van voorkeursvolgorde zon | Rapport | Rijksoverheid.nl
- IP: Netbeheerders presenteren recordplannen en stellen andere aanpak voor - Netbeheer Nederland