TenneT kondigde op 8 juni aan dat het hoogspanningsnet in Limburg en Noord-Brabant vol zit. Voor zowel leveren als afnemen betekent dat een voorlopige stop op nieuwe aansluitingen voor bedrijven en instanties. Ook het verzwaren van bestaande aansluitingen gaat tijdelijk in de koelkast. Het is een pijnlijke situatie. Minister voor Klimaat en Energie, Rob Jetten, schrijft een brief aan de Tweede Kamer met tekst en uitleg. Provinciebestuurders Maarten van Gaans-Gijbels (Limburg) en Anne-Marie Spierings (Noord-Brabant) noemen de maatregel ‘onacceptabel’ en roepen op om ‘zo snel mogelijk tot een actieplan te komen voor meer en slimmere capaciteit op het elektriciteitsnetwerk’.
Tot nu toe: zeer uitzonderlijk. Nooit eerder gaf TenneT in Nederland de melding van structureel tekort aan transportcapaciteit op het landelijke hoogspanningsnet. In de netten van de regionale netbeheerders komt die structurele congestie echter al veel vaker voor – kaartjes met beschikbare capaciteit staan op de websites van Netbeheer Nederland en van elke netbeheerder. Amsterdam vormde bijvoorbeeld al in december, nadat Liander voor een deel van de stad congestie had afgekondigd, een taskforce om de congestieproblemen te verzachten. Want dat speelt ook mee: de druk op de regionale netten krijgt steeds meer invloed op het hoogspanningsnet.
De regionale distributienetten, met een spanning lager dan 110 kV, worden volop belast en bieden daardoor nauwelijks bufferruimte om lokaal/regionaal zelf pieken en dalen te verdelen. Tijdelijk hogere invoeding (bijvoorbeeld van zonneparken of windturbines) en zware verbruikspieken (veelal industrieel) worden dus direct aan- of afgevoerd via het hoogspanningsnet van TenneT, waar de spanning 110 kV, 150 kV of 380 kV is. Fluctuaties in de distributienetten hebben dus steeds vaker gevolgen voor de capaciteit in het transportnet. In Brabant en Limburg knelt het bovendien bij de koppeltransformatoren, die de spanning verhogen of verlagen, zodat elektriciteit zich kan verdelen tussen de netten met laag-, midden-, hoog- en extra hoogspanning. TenneT plaatst extra transformatoren en past de netstructuur aan, zodat de stroom beter verdeeld kan worden, maar dat vraagt tijd.
Een piek aan nieuwe aanvragen. Binnen enkele maanden tijd kreeg TenneT voor 800 megawatt aan aanvragen binnen voor nieuwe aansluitingen. Dat is bijna evenveel als een compleet windpark op zee (750 MW), vier keer het vermogen van een stad als ‘s-Hertogenbosch en ongeveer 20 procent van het totale vermogen van de provincies Brabant en Limburg. TenneT merkt dat steeds meer bedrijven versneld willen overstappen van gas naar elektriciteit om te verduurzamen, mogelijk ook door de stijgende gasprijzen door de oorlog in Oekraïne. Tegelijk is er veel nieuwe bedrijvigheid en werken de industrieclusters Moerdijk en Chemelot aan verduurzaming. Deze ongekend snelle groei komt boven op de oplopende vraag naar elektriciteit die de netbeheerders al langer zien, door steeds meer e-laadpalen en warmtepompen, meer woningen en meer bedrijven.
Grootzakelijke aanvragers (groter dan 3x80 ampère) komen met hun aanvragen voor aansluiting of verzwaring op een wachtlijst; ze worden pas gerealiseerd als er extra netcapaciteit bij komt of als er op andere manieren transportruimte gevonden wordt. De transportbeperkingen voor opwekkers gelden alleen voor grootschalige zon- of windprojecten. Voor kleinverbruikers, particulieren en woningbouw heeft dit alles geen gevolgen. TenneT houdt bij het plannen van netcapaciteit rekening met die groei. Nieuwbouwwoningen, particulieren die een zwaardere aansluiting of zonnepanelen willen, kunnen dat blijven doen.
Inspraak is een groot goed, maar deze transitie is essentieel
In algemene zin geldt dat, naast een gebrek aan voldoende personeel, trage procedures voor bijvoorbeeld vergunningen en de tijdrovende zoektocht naar bouwlocaties snellere netaanpassingen in de weg lopen. Netbeheerders roepen dat al jaren: de verantwoordelijke overheden moeten hierin echt stappen gaan zetten. André Faaij, hoogleraar Energy System Analysis en directeur van TNO Energietransitie, ziet de trage procedures en inspraakrondes als ‘een van de grote problemen in de energietransitie’. “Daar moeten we grenzen aan durven stellen”, zei hij tijdens de CO2-conferentie in Rijswijk op 9 juni. “Inspraak is een groot goed, maar deze transitie is essentieel”, aldus Faaij.
Bijbouwen en uitbreiden van netcapaciteit is het devies de komende decennia, voor álle netbeheerders en in héél Nederland. Daar zijn ze ook al volop mee in de weer. TenneT heeft alleen al in Brabant en Limburg voor 2 miljard euro aan investeringen op stapel staan voor de komende tien jaar. Ook Enexis investeert daar fors. Oplevering van een aantal grote projecten verwacht TenneT in 2025 in Brabant en in 2027 in Limburg. De werkplanningen lopen door tot 2032, dus voor de korte termijn lijkt op dat vlak voor coördinator Ben Voorhorst niet veel winst te halen.
Op de eerdergenoemde CO2-conferentie zei Sandor Gaastra, directeur-generaal Klimaat en Energie bij het Ministerie van EZK: ”Ik denk dat investeringen te traag op gang zijn gekomen”, over de situatie in de zuidelijke provincies. TenneT ziet dat zelf ook, en merkt daarbij op dat de ontwikkelingen sneller verlopen dan het hoogspanningsnet uitgebreid kan worden. Regelgeving zorgt er bovendien voor dat netbeheerders niet meer capaciteit mogen aanleggen dan noodzakelijk is; in hun tarieven mogen de netbeheerders alleen investeringen verrekenen in capaciteit waarnaar vraag bestaat. Die bepaling voorkomt dat netbeheerders doorslaan in hun ijver om netten te verzwaren; infrastructuur aanleggen die niemand gebruikt is tenslotte zonde van het geld. Een prima systeem in tijden met voorspelbare groei. Maar een regelrecht blok aan het been nu flexibiliteit en snelheid essentieel zijn voor een efficiënte energietransitie.
Jetten heeft aangegeven dat hij, net als bij het net op zee, de Rijkscoördinatieregeling gaat inzetten bij TenneT-projecten, voor een gecoördineerde en efficiënte ruimtelijke inpassing en vergunningverlening. Daarnaast werkt de minister samen met netbeheerders, ACM en andere overheden aan richtlijnen om bij uitbreidingen rekening te houden met maatschappelijke prioriteiten. Die lossen schaarse netcapaciteit niet op, maar verzachten mogelijk wel de gevolgen ervan. Een nieuwe energiewet zou de financieringsgrondslag voor netbeheerders kunnen verruimen en flexibeler inzet van capaciteit (non-firm capaciteit) mogelijk maken. Jetten wil dat wetsontwerp eind van het jaar aan de Tweede Kamer voorleggen. Daar komen vooralsnog dus niet de echt snelle oplossingen vandaan waarnaar Voorhorst op zoek is.
Hoe groot het verschil is tussen papieren capaciteit en werkelijke netbelasting, de lucht in het systeem, onderzoeken de netbeheerders juist nu
De netcapaciteit zelf is niet in een handomdraai te vergroten. Voorhorst moet zich dus vooral richten op de netbelasting. Dat biedt best mogelijkheden, want er is een verschil tussen de vermogens die in de contracten met netgebruikers zijn vastgelegd en de vermogens die daadwerkelijk over de lijnen gaan. Geen bedrijf benut 24/7 het maximale contractvermogen, maar die capaciteit moet een netbeheerder wel beschikbaar hebben. De klant heeft er tenslotte recht op.
Hoe groot het verschil is tussen papieren capaciteit en werkelijke netbelasting, de lucht in het systeem, onderzoeken de netbeheerders juist nu. De nieuwe netcode Elektriciteit, die de ACM in mei publiceerde, verplicht netbeheerders namelijk om zo goed mogelijk gebruik te maken van flexibel vermogen van aangeslotenen. Dat houdt in dat bedrijven tegen een vergoeding tijdelijk meer of juist minder vermogen leveren of afnemen. Voor deze vorm van congestiemanagement moeten partijen wel precies van elkaar weten wie, wanneer, hoeveel netcapaciteit gebruikt. TenneT verwacht de resultaten van dat onderzoek voor Brabant en Limburg voor levering in september en voor afname aan het eind van het jaar.
Hoeveel potentie dat systeem heeft en hoeveel ruimte daarmee nog beschikbaar is op het elektriciteitsnet, blijft nog even ongewis. Dat het substantieel verlichting kan bieden, blijkt echter wel uit het voorbeeld van Schiphol Trade Park (zie pagina 8) dat met bestaande aansluitingen capaciteit vrijspeelt voor nieuwe bedrijfsvestigingen.
Met congestiemanagement vanuit de jongste netcode van de ACM, de inzet van de Rijkscoördinatieregeling en de maatregelen in de aangekondigde nieuwe energiewet, komen er steeds meer mogelijkheden voor het versneld en doortastend aanpakken van de schaarse transportcapaciteit van het elektriciteitsnet. Dat is laat, maar het zijn stappen in de juiste richting. Van belang is wel dat de nieuwe energiewet voortvarend ingevoerd wordt.
De situatie in Brabant en Limburg is nijpend, deels door de onverwachte run op netcapaciteit van de laatste maanden. Het is legitiem dat bedrijven versneld willen elektrificeren. Stijgende gasprijzen en mogelijke tekorten vormen een serieus bedrijfsrisico; dat de elektriciteitsnetten snel vollopen is inmiddels ook algemeen bekend. Die optelsom versterkt de neiging om alvast netcapaciteit te reserveren, TenneT noemt het ‘handdoekje leggen’, naar vakantiegangers die alvast een zonnebedje bezetten, maar er pas later op gaan liggen. Als er ongelimiteerde netcapaciteit zou zijn, hoeveel van de gereserveerde 800 MW zou dan nu daadwerkelijk gebruikt worden? Hoeveel lucht zit er nog in het bestaande systeem, hoeveel flexvermogen kan benut worden en hoeveel capaciteit is er daadwerkelijk direct nodig? Op die vragen gaat Voorhorst vast snel de antwoorden vinden.