Uit Net NL#29: Eerlijker zullen we alles delen

Dit najaar stelden de netbeheerders het bekostigingssysteem van de energienetten ter discussie. Namens hen stelde Netbeheer Nederland dat het huidige systeem een logische verdeling van de kosten in de weg staat en dus het maatschappelijke draagvlak voor de energietransitie niet ten goede komt. Aan directeur André Jurjus de hamvraag: hoe moet het dan wel?

placeholder

Dit najaar stelden de netbeheerders het bekostigingssysteem van de energienetten ter discussie. Namens hen stelde Netbeheer Nederland dat het huidige systeem een logische verdeling van de kosten in de weg staat en dus het maatschappelijke draagvlak voor de energietransitie niet ten goede komt. Aan directeur André Jurjus de hamvraag: hoe moet het dan wel?

Het huidige bekostigingssysteem van de energienetten stamt uit de tijd, niet eens zo heel erg lang geleden, dat het Nederlandse energienet nog een overzichtelijk transportsysteem was dat gas en elektriciteit van een beperkt aantal energieproducenten naar de afnemers bracht. Binnen dat eenrichtingssysteem was afgesproken dat producenten alleen betalen om toegang te krijgen tot het net. De andere netkosten worden omgeslagen over alle aangeslotenen, via een opslag op de energierekening: het transporttarief.  ​

01_2050_nr29_1600x768-259

Oorsprong

In de toenmalige energierealiteit was die bekostiging een volstrekt logische systematiek. “Er was toen slechts een beperkt aantal energiecentrales. De omvang van het net en waar het moest komen te liggen, werd dus vooral bepaald door de afnemers. In die situatie is het goed verdedigbaar om de netkosten om te slaan over de afnemers”, vertelt André Jurjus, directeur van Netbeheer Nederland. “Maar zoals iedereen weet, is die situatie ingrijpend aan het veranderen. We hebben inmiddels te maken met een hele nieuwe energierealiteit.”

Onrechtvaardigheid

In die nieuwe realiteit transformeert het energienet tot een complex netwerk dat duurzame, maar grillige energiestromen uit wind en zon van een groot aantal energieproducenten (lokaal, nationaal en internationaal) kan opvangen, verdelen of opslaan – afhankelijk van vraag en aanbod op dat moment. Deze transformatie vraagt om miljardeninvesteringen door de netbeheerders. “En daar komt de onrechtvaardigheid van het huidige bekostigingssysteem om de hoek kijken: de nieuwe energieproducenten – exploitanten van zonne- of windparken – krijgen alleen de rekening om aangesloten te worden op het net. Ze hoeven níet mee te betalen aan de verzwaring en verslimming van het net die nodig zijn om de verwerking van ‘hun’ elektriciteit aan te kunnen. Die kosten komen via de transporttarieven volledig voor rekening van de aangeslotenen, de Nederlandse huishoudens en bedrijven.”

Zo’n scheve verdeling van lusten en lasten is natuurlijk niet bevorderlijk voor het maatschappelijke draagvlak voor de energietransitie. “Terwijl draagvlak juist onontbeerlijk is voor de grote veranderingen die eraan komen”, benadrukt Jurjus.

De huidige kostenverdeling werkt inefficiënt netgebruik in de hand

Maatschappelijke kosten

De netbeheerders hebben nog een ander argument om het bekostigingssysteem op de schop te willen nemen: het werkt inefficiënt netgebruik in de hand. Jurjus: “De maatschappij heeft er veel belang bij dat zon- en windondernemers kiezen voor locaties waar de netsituatie optimaal is, zodat de netbeheerders geen kosten hoeven te maken om een suboptimale locatie toch geschikt te maken. Maar voor de exploitanten maakt het op dit moment geen enkel financieel verschil of er op een locatie veel of weinig aanpassingen nodig zijn aan het onderliggende net – de rekening daarvan gaat immers niet naar hen. Het gevolg is dat de netsituatie nu een veel minder zwaarwegende factor is bij de locatiekeuze dan factoren die de exploitanten wél in hun portemonnee voelen, zoals de grondprijs. Dat valt ze niet kwalijk te nemen, maar het gevolg is wel dat de maatschappelijke kosten van de energietransitie hoger uitvallen dan eigenlijk nodig is.”

Volgens Jurjus is het veel logischer om de zon- en windondernemers te laten meebetalen aan de benodigde onder- en bovengrondse infrastructuur, zodat ze die kosten meewegen bij de locatiekeuze. “Dat stimuleert efficiënter gebruik van het net en resulteert dus in lagere maatschappelijke kosten voor de energietransitie”, concludeert hij.

Producententarief

De netbeheerders pleiten daarom voor een ander bekostigingssysteem, waarbij alle partijen die gebruikmaken van het energiesysteem daar financieel aan bijdragen. Concreet houdt dat in dat er volgens de netbeheerders een producententarief moet komen, zodat niet alleen de afnemers, maar ook de energieproducenten meebetalen aan het energienet. “Ooit kende de kostensystematiek al zo’n producententarief, maar het is afgeschaft omdat het jarenlang op nul was gesteld. Naar onze mening is de tijd rijp om het nieuw leven in te blazen”, aldus Jurjus.

Ook producenten zouden er belang bij moeten hebben om heel zorgvuldig na te denken over netbelasting

Gezond netgebruik

Hij benadrukt dat zo’n producententarief wel op een slimme manier ingevuld moet worden, zodat het ‘gezond’ netgebruik stimuleert en effectief is om de netkosten zo laag mogelijk te houden. “Producenten zouden bijvoorbeeld naar rato aangeslagen kunnen worden voor de megawatts transportcapaciteit die ze nodig hebben. Dat geeft producenten een financiële prikkel om de totale benodigde netcapaciteit te helpen beperken.”

Dynamische tarieven, waarbij de transporttarieven afhankelijk zijn van (lokale) drukte op het net (hoe drukker, hoe duurder), gaan nog een stap verder. Jurjus: “Dynamische tarieven maken het voor producenten financieel interessant om samen met de netbeheerders te kijken naar mogelijkheden om de netcapaciteit optimaal te benutten – bijvoorbeeld in combinatie met opslag of curtailment (het tijdelijk ‘afknijpen’ van vermogen, red.). Aan de ‘pijn van het net’ hangt nu geen prijskaartje voor de producenten, wat er mede voor zorgt dat bijvoorbeeld de markt voor opslag nog niet goed van de grond komt. Als netbeheerders zijn we van mening dat óók producenten er (financieel) belang bij zouden moeten hebben om heel zorgvuldig na te denken over de netbelasting en pieken die hun elektriciteitsproductie veroorzaakt. Een andere bekostigingssystematiek kan ervoor zorgen dat iedereen baat heeft bij zo efficiënt mogelijk netgebruik – ook de producenten.”

Van het gas af: 50/50

Een ander punt waarop de kostenverdeling toe is aan een update, betreft het verwijderen van gasaansluitingen. Vroeger was de redenatie dat verwijdering van gasaansluitingen niet in het maatschappelijk belang was. Wie toch van z’n aansluiting af wilde, moest dat dus zelf betalen. Anno nu gaat die logica niet meer op, nu Nederland van het aardgas af wil. Maar de regels veranderden nog niet mee: netbeheerders bleven verplicht om de kosten van verwijdering van een gasafsluiting in rekening te brengen aan de ex-gasafnemer. Omdat gasaansluitingen wel veilig moeten worden verwijderd, is dat geen goedkoop klusje: het gaat om een bedrag van rond de 700 euro. Niet bepaald een aantrekkelijke incentive om van het gas af te gaan ...

Dit voorjaar stelde GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee voor om de kosten 50/50 te verdelen tussen de ex-gasafnemer en de netbeheerder. Minister Wiebes omarmde dit voorstel. “De afsluitkosten vormen een dilemma”, beaamde hij tegenover de Kamercommissie Economische Zaken & Klimaat. “Iedereen ziet dat het onredelijk voelt als je het bij de één neerlegt, maar het is ook onredelijk om alleen de ander ervoor te laten opdraaien.” Ofwel: het wringt als de ‘gasverlaters’ de rekening krijgen. Maar het wringt óók als de netbeheerders de kosten voor hun rekening nemen, omdat dat doorwerkt in de transporttarieven voor de ‘gasblijvers’ – zeker omdat hun aantal in de loop der tijd zal afnemen (= een kleinere groep om de kosten te dragen, dus steeds hogere kosten per aansluiting) en niet iedereen de mogelijkheid heeft om het zonder gasaansluiting te kunnen stellen. Wiebes betitelde Van der Lee’s voorstel dan ook als “een compromis waar ik niet tegen kan zijn, gezien het feit dat het kiezen is tussen twee kwaden.”

De procedure om dit 50/50-idee in de praktijk te kunnen brengen, loopt nog. Om het te kunnen invoeren, is toestemming nodig van toezichthouder ACM, die de tarieven van de netbeheerders vaststelt. Netbeheer Nederland heeft daartoe afgelopen zomer een zogenoemd wijzigingsvoorstel Tarievencode Gas ingediend. De netbeheerders staan klaar om de tarieven aan te passen zodra de ACM uitsluitsel geeft.

Gasaansluitingen

De aansporing aan de politiek en toezichthouder om de bekostigingssystematiek te herzien, geldt overigens niet alleen voor het stroomnet. “Onderhoud, vervanging en straks verwijdering van gasleidingen worden ook betaald door de aangeslotenen. Dat worden er steeds minder, omdat Nederland van het aardgas af gaat (zie kader) en sommige gebieden zullen overstappen op all electric of warmtenetten. Maar het gasnet zal niet helemaal verdwijnen, omdat het goede diensten kan bewijzen in gebieden waar oplossingen met groen gas of waterstof de beste optie zijn. Het gevolg is dat, in het huidige systeem, de kosten voor het gasnet gedragen moeten worden door een kleinere groep afnemers, waardoor de kosten per aansluiting naar verwachting flink zullen stijgen. Als netbeheerders vinden we daarom dat ook de kostensystematiek voor het gasnet opnieuw onder de loep moet worden genomen”, legt Jurjus uit.

Kosten eigentijds verdelen

Jurjus glimlacht op de vraag of de netbeheerders op steun kunnen rekenen bij hun voorstel om de kostensystematiek te herzien. “Dat ligt aan wie je het vraagt: aan de huishoudens en bedrijven die nu de netkosten opbrengen, of aan de energieproducenten. Het is begrijpelijk dat energieproducenten niet staan te springen bij het idee om meer te moeten bijdragen aan de netkosten. Maar ik denk dat de meesten zullen beamen dat de ‘oude’ kostenverdeling wringt met de nieuwe energierealiteit. Iedereen heeft baat bij een goed functionerend, toekomstbestendig energienet, zowel de afnemers als de aanbieders. Dan is het niet meer dan logisch dat iedereen daaraan bijdraagt. Het net speelt nou eenmaal een sleutelrol in de energietransitie en there’s no such thing as a free lunch. Als netbeheerders vinden we het tijd om de kosten van en de investeringen in de energienetten eigentijdser te gaan verdelen, passend bij de nieuwe energierealiteit. Dat helpt om de kosten laag en het draagvlak zo groot mogelijk te houden – en beide zijn cruciaal in de energietransitie.”

In het programma 'Nettarieven van de toekomst' werken de netbeheerders momenteel aan concrete verbetervoorstellen voor de tarifering van de netkosten. Na een testfase (bijvoorbeeld met de tarieven voor smart charging) zullen ze samen met de toezichthouder en marktpartijen verder worden ontwikkeld.

Jurjus kondigt vertrek aan

André Jurjus trad in 2014 aan als directeur van Netbeheer Nederland. Vorige maand kondigde hij aan dat hij die functie in de loop van het voorjaar wil neerleggen. “Mijn drijfveer was om de cruciale rol van de netbeheerders bij de energietransitie op de agenda te krijgen bij politieke, bestuurlijke en maatschappelijke partners. Ik ben blij dat ik daaraan heb kunnen bijdragen. Het Energieakkoord betekende de start van een gezamenlijke aanpak om de energievoorziening in Nederland te verduurzamen, gevolgd door het Klimaatakkoord waarvan Netbeheer Nederland medeondertekenaar is. Met de uitvoering van dat akkoord breekt nu een nieuwe fase aan. Voor mij is het tijd voor een nieuwe uitdaging.”

Het bestuur van Netbeheer Nederland vindt het jammer dat Jurjus vertrekt: “De waardering is groot. Gelukkig is er voldoende tijd om te voorzien in goede opvolging.” Jurjus zal in een later stadium beslissen over zijn toekomstige bezigheden: “Ik ga rustig om me heen kijken en verheug mij op een volgende rol waarin ik me kan inzetten voor de energietransitie.”