Scenario’s voor de warmtetransitie
Nederland staat aan de vooravond van een monsteroperatie waarvan niemand nog precies weet hoe die zal verlopen: in 2050 moet de CO2-uitstoot van zo’n acht miljoen gebouwen zijn teruggebracht tot nul. Hoe pakken we dat aan? Net NL vroeg Stedin en Gasunie Transport Services naar hun ideeën daarover.

Nederland staat aan de vooravond van een monsteroperatie waarvan niemand nog precies weet hoe die zal verlopen: in 2050 moet de CO2-uitstoot van zo’n acht miljoen gebouwen zijn teruggebracht tot nul. Hoe pakken we dat aan? Net NL vroeg Stedin en Gasunie Transport Services naar hun ideeën daarover.
Scenario 1: de warmtetransitie volgens Gasunie Transport Services
Marijke Kellner, manager Energietransitie bij Gasunie Transport Services: “Energie die je niet gebruikt hoef je niet te maken en te transporteren. In de gebouwde omgeving breng je daarom als eerste stap de energievraag terug door isolatie. Nul op de meter is voor nieuwbouw een goed concept. Bij bestaande bouw is dat bijna onhaalbaar of zeer kostbaar, terwijl 80% van de huidige woningen er ook in 2050 nog zijn. Het is heel verstandig om daar efficiënte technieken te gebruiken. Twee belangrijke opties zijn dan warmtenetten of hybride warmtepompen.”

In het Energieakkoord is geformuleerd dat in 2050 ‘bij de voorziening van lage-temperatuurwarmte per saldo geen CO2-emissie meer mag optreden’. Concreet houdt dat in dat acht miljoen gebouwen in Nederland, waaronder ruim zeven miljoen woningen, voor 2050 klimaatneutraal moeten zijn – terwijl nu nog 95% van die gebouwen wordt verwarmd met aardgas.
Hybride warmtepompen, die gebruiken nog steeds aardgas?
‘Als de hybride warmtepomp de nieuwe HR-ketel wordt, dan zetten we snel grote stappen in CO₂-reductie’
Snel grote stappen: hoe snel, hoe groot?
Hoezo, infrastructureel niet ingewikkeld?
Daarmee zijn drie miljoen gebouwen klimaatneutraal. En de overige vijf miljoen?
Vanaf 1959, na de vondst van aardgas bij Slochteren, schakelde Nederland razendsnel over van steenkolen naar het schonere aardgas. Die transitie was binnen tien jaar afgerond. Een vergelijking met de huidige warmtetransitie gaat echter niet helemaal op. Gemeentelijke gasfabrieken leverden in steden namelijk al stadsgas voor geisers, verlichting en koken. Er hoefde dus geen totaal nieuwe infrastructuur aangelegd te worden, en evenmin hoefden consumenten al hun huishoudelijke apparatuur te vernieuwen. Het volstond om de branders in die apparaten aan te passen (aardgas had een hogere druk), waarna het aardgas direct in het stadsnet gebruikt kon worden. Draagvlak, een belangrijk vraagstuk voor de actuele warmtetransitie, werd in de jaren ’60 vooral gevonden met de promotie van het comfort en gebruiksgemak dat aardgas te bieden had. Gesjouw met kolenkitten werd voorgoed verleden tijd; het comfort van centrale verwarming en lekker warm douchen werd de nieuwe norm.
Wie moet de warmtetransitie organiseren?
Hoe verdelen we de kosten van deze operatie?
Gasunie Transport Services steunt het manifest ‘Aan de slag met wonen zonder aardgas’ (zie kader) niet. Waarom niet?
Bijna honderd organisaties zetten eind oktober bij de Nationale Klimaattop in Rotterdam hun handtekening onder het manifest ‘Aan de slag met wonen zonder aardgas’. Op dit moment is 86 procent van de Nederlanders nog niet op de hoogte van de noodzaak om te stoppen met aardgas voor verwarming van woningen, stelt het persbericht bij het manifest. Gemeenten, provincies, energiebedrijven, netbeheerders, milieuorganisaties en lokale energie-initiatieven slaan daarom de handen ineen om de verduurzaming van Nederland te versnellen. De partijen zouden vanaf 2030 een CO2-reductie van ruim 5 megaton per jaar kunnen realiseren. Meer informatie www.hierverwarmt.nl/manifest
Scenario 2: de warmtetransitie volgens Stedin
David Peters, Directeur Strategie Stedin: “Stedin zet nu vooral in op het proces, samen met gemeenten die werk van de warmtetransitie willen maken zoals Rotterdam en Utrecht. Hoe doen we dit met stakeholders, hoe betrekken we bewoners erbij, hoe voeren we de discussies? We willen leren hoe we dit het best kunnen aanpakken en vergeten dus even onze drang om ons direct al te richten op technologische oplossingen. Die technologische oplossing komt er wel, draagvlak is de grote uitdaging.”
Regie is wel belangrijk bij zo’n ingrijpende aanpassing…
Wat hebben jullie tot nu toe geleerd?
Klinkt eenvoudig. Zijn er ook knelpunten?
‘Vanuit het Rijk moeten er kaders komen waarmee gemeenten beter kunnen doorpakken’