Inperking rol netbeheerders kan nu niet aan de orde zijn

Nadat de Eerste Kamer eind vorig jaar de wet STROOM wegstemde, moest er hard worden gewerkt aan alternatieven. De ‘reparatiewet’ over windenergie-zaken werd in maart al behandeld (en goedgekeurd). Dit najaar staat een tweede belangrijk wetsvoorstel op de agenda: Voortgang Energietransitie. Netbeheer Nederland heeft daar duidelijke ideeën over. Een vraaggesprek met directeur André Jurjus.

placeholder

Nadat de Eerste Kamer eind vorig jaar de wet STROOM wegstemde, moest er hard worden gewerkt aan alternatieven. De ‘reparatiewet’ over windenergie-zaken werd in maart al behandeld (en goedgekeurd). Dit najaar staat een tweede belangrijk wetsvoorstel op de agenda: Voortgang Energietransitie. Netbeheer Nederland heeft daar duidelijke ideeën over. Een vraaggesprek met directeur André Jurjus. 

Is Netbeheer Nederland tegen dit wetsvoorstel? 

“Nee, we steunen de meeste onder­delen en vinden zelfs dat dit wetsvoorstel ten opzichte van STROOM goede stappen vooruit zet met de bepalingen over experi­menten, investerings­plannen en kruis­partici­paties bij TenneT en Gasunie. We zijn het alleen oneens met het ministerie van Economische Zaken dat er een artikel moet komen om de afbakening van de nevenactiviteiten van de netbeheerders te regelen.”

wet_1600x768-70

Waarom is Netbeheer Nederland tegen zo’n inperking?

“We zijn van mening dat er nog zo veel vragen zijn over de energietransitie, hoe we die moeten versnellen en wie daar wat in te doen heeft, dat een inperking van de rol van netbeheerders nu niet aan de orde kan zijn.” 

Hoezo? De netbeheerders steunden STROOM destijds wél!

“Klopt, maar sindsdien zijn er verschillende nieuwe ontwikkelingen (o.a. klimaatakkoord Parijs, evaluatie Warmtewet, nieuwe Warmte­visie, mogelijk een Energieakkoord 2.0) waar­door er een uniek momentum ontstaat om te komen tot een geïntegreerde aanpak van het totale energie­systeem, gebaseerd op elektriciteit, gas én warmte. Zo’n momentum mogen we niet verloren laten gaan. Er liggen enorme uitdagingen, bijvoorbeeld rond decentralisatie van de energie­­voorziening, groot­­schalige energiebesparing, de nieuwe (en veel kleinere) rol van aardgas in de gebouwde omgeving en de grootschalige verduurzaming van energie-opwek, mede in internationaal perspectief. Dit stelt onze samenleving voor serieuze vraagstukken over het waarborgen van de publieke belangen van betrouwbaarheid, betaalbaarheid en bereikbaarheid van het energiesysteem. Vanuit die context is het niet wenselijk om nu een wet aan te nemen met artikelen die de oplossingsruimte voor een aantal cruciale vragen beperken.”

Over wat voor cruciale vragen hebben we het dan?

“De ambities en doelstellingen rond het klimaat en energie zijn helder: ze laten geen twijfel over de noodzaak tot versnellen. Over de wijze waarop de transitie vorm moet krijgen en versneld kan worden, is echter nog veel te verkennen:

• Hoe zorgen we dat consumenten en bedrijven de energievoorziening kunnen kiezen die zij willen, zonder dat dit ten koste gaat van het hele energiesysteem?

• Hoe zorgen we dat in iedere situatie optimale keuzes worden gemaakt rond de energievoorziening, vanuit het oogpunt van duurzaamheid én van­uit het oogpunt van de totale maat­schap­pelijke kosten?

• Hoe moet het toekomstige tarieven­landschap voor de energie-infra­structuur eruit komen te zien? En hoe zorgen we ervoor dat klanten die zelf duurzame energie opwek­ken dit in vrijheid met elkaar kunnen gaan verhandelen?

• Hoe zorgen we voor een eerlijke prijs voor deelname aan het energiesysteem, zodat we voorkomen dat een groep mensen de rekening krijgt gepresenteerd wanneer anderen hun aansluiting op het energienet opzeggen?

• Hoe borgen we dat de Nederlandse woningvoorraad in 35 jaar daadwerkelijk verduurzaamt? Hoe stimuleren we de bereidheid van consumenten om te investeren in verduurzaming van hun woning?

• Het Nederlandse marktmodel voor gas en elektriciteit is ‘unbundled’, geldt dat dan ook voor andere energie infrastructuur zoals een warmtenet? En meer in het algemeen: hoe gaan we om met een meer integrale benadering van de energiedragers elektriciteit, gas en warmte?

Kortom, op dit moment is nog onvoldoende zicht op welke partij welke rol moet gaan spelen om de energietransitie te versnellen. Dan is het niet verstandig om nu een wet aan te nemen die de nevenactiviteiten van de netbeheerders bij voorbaat afbakent.”

TAPE_1600x768-73

Over het Wetsvoorstel

Het Wetsvoorstel Voortgang Energietransitie beoogt de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet toekomstbestendig te maken en belemmeringen voor de energietransitie weg te nemen. Het bevat een aantal onderdelen uit het wetsvoorstel Elektriciteits- en gaswet (STROOM), dat op 22 december 2015 door de Eerste Kamer is verworpen. “Op dit moment zijn er enkele knelpunten die met name betrekking hebben op de netten, die de vitale infrastructuur vormen en daarmee essentieel zijn om de energietransitie verder te ondersteunen”, aldus het ministerie van Economische Zaken. De internetconsultatie is op 12 mei gesloten; er zijn 18 reacties op binnengekomen, waaronder die van Netbeheer Nederland. Ze zijn te lezen op www.internetconsultatie.nl/ voortgangenergietransitie/reacties.

De netbeheerders ruiken hun kans om wettelijke kaders aan hun laars te lappen?

“Nee, wat ons betreft biedt de bestaande Wet onafhankelijk netbeheer (Won) voor dit moment voldoende duidelijke spelregels en afbakening. De netbeheerders accepteren én respecteren de principes die gelden. Die zijn ook goed werkbaar, zoals mede blijkt uit de recente uitspraak van de ACM* over nevenactiviteiten door een netwerkbedrijf. Verder zijn we voorstander van een toekomst­vast, integraal wettelijk kader dat de transitie daadwerkelijk ondersteunt. Maar wat ons betreft speelt dat pas in een later stadium, omdat nu onmogelijk in te schatten is welke energiekeuzes in de komende jaren allemaal aan de orde zijn. Wij vinden dat we als publieke bedrijven steeds moeten kunnen beschikken over een instrumenten­mix (‘toolbox’) die we doelgericht kunnen inzetten om de energienetten voor een duur­zaam energiesysteem optimaal te beheren, en om bestaande en nieuwe partijen zoals energie­coöperaties, lokale optimizers en EV-dienstverleners goed te faciliteren. Speelruimte is dus belangrijk, want als netbeheerders hebben we de belangrijke maatschappelijke opdracht om te zorgen dat de energietransitie tegen de laagste maatschappelijke kosten plaats­vindt en dat de uiteindelijke duurzame energievoorziening betrouwbaar, betaalbaar en bereikbaar is.”

Hoe ziet Netbeheer Nederland zo’n toekomst­vast, integraal wettelijk kader voor zich?

“We pleiten voor een fundamentele heroriëntatie op het wettelijke kader die uitgaat van de klant als centrale speler. De huidige wettelijke regels houden namelijk helemaal geen rekening met de consument of een bedrijf als centrale actor in het energie­systeem, terwijl de energietransitie de keuze­vrijheid van consumenten en bedrijven enorm verbreedt. Op dit moment ondervinden consumenten en bedrijven nog belemmeringen om daar maximaal de vruchten van te plukken. Vrije keuze uit meerdere providers bij duurzame infrastructuur, zoals laadpunten voor elektrische auto’s en warmte­netten, is bijvoorbeeld nog niet geborgd. En andere belangrijke zaken zoals zelfstandige vrije toegang tot de markt, laagdrempelige toegang tot kwalitatief hoogwaardige energiebesparingsdiensten en rechtstreekse beschikking over en controle op de eigenverbruiksdata (en wie daar wat mee doet) zijn evenmin geregeld voor afnemers. Wij pleiten er daarom voor om de Energiedialoog te benutten om de contouren van een nieuwe energiewet te verkennen.”

‘Het is nu onmogelijk om in te schatten welke energiekeuzes de komende jaren allemaal aan de orde zijn’